vrijdag 5 februari 2010

Van Maastricht naar de Middellandse zee: De groene weg (part 2)

Nog minstens een maand voordat er weer een beetje fatsoenlijk gefietst kan worden. In afwachting daarop dan maar het verslag van onze tocht van afgelopen zomer: van Maastricht naar de Middellandse zee. Ook wel bekend als de Groene weg (zie website: http://fietskaartinformatiestichting.nl/routes/groenweg/route.htm).

De cijfers:
Totaal afgelegd: 1340 kilometer
Afgelegd in: 18 fietsdagen (op een totale vakantie van 24 dagen)
Netto fietstijd totaal: 79 uur 13 minuten en 34 seconden (honderdsten afgerond)
Gemiddelde netto fietsdag: 79/18 is ongeveer 4 en een half uur
Gemiddelde: 16,9 km/uur
Langste dagrit: 127,5 km
Tevens de langste netto fietsdag: 6 uur 44 minuten
Laagste daggemiddelde: 14,1 (dag 2 in de Ardennen)
Hoogste daggemiddelde: 19,1 (dag 17 Valreas-Avignon)
Lekke banden: Gwen 1, ik 0.
Net voor vertrek nog 4 nieuwe Schwalbes-marathon-supremes gekocht. De fietsenmaker had bij de onderhoudsbeurt niet gemerkt dat je zo een stuk uit de band kon trekken. Geen klachten over de Schwalbes, iets van 8.000 km mee gereden. Het is niet voor niets (40 euro per band), maar dan heb je ook wat. Hoewel, 2 keer 40 is 80 euro voor 8000 km, 1 cent per km, daar kan je niet echt over klagen.

Ons fietsschema was als volgt (Dag-bestemming-afstand):
1. Maastricht-Spa (België) 67,0 km
2. Moulin de Bistain 65,6 km
3. Ingelsdorf (Luxemburg) 77,0 km
4. Volstroff (Frankrijk) 95,8 km
5. Chateau Salines 81,1 km
6. Charmes 90,3 km
8. Port sur Saone 110,0 km
9. Marnay 70,5 km
10. Poligny 69,1 km
11. Cernon 60,0 km
12. L'Isle d'Arbeau 127,5 km
13. Hauterives 69,6 km
15. Crest 84,1 km
16. Valreas 60,7 km
17. Avignon 76,1 km
18. Aigues Mortes 98,3 km
20. Palaves les Flotes 27,6 km
24. Vliegveld Montpellier 11,8 km

Vanaf Arles (Zuid-Frankrijk, dag 18) reden we een andere route dan de Groene weg. We moesten eindigen in de buurt van het vliegveld van Montpellier. Aiges Mortes is zeker een bezoek waard. Een ommuurd stadje midden in de zoutvlaktes en moerassen van de Camargue. Wel hypertoeristisch. Palaves les Flotes is ook vooral een toeristen oord. Maar je kan er lekker dobberen in de Midellandse zee, terwijl Montpellier een half uurtje met de bus is.

EXCESS LUGGAGE
Dit was onze eerste lange tocht met al onze bagage op de fiets. Dat is terug te vinden in het gemiddelde. In Afrika reden we over 9000 kilometer, zeker niet 100% geasfalteerd, gemakkelijk een totaal gemiddelde van boven de 20 km/uur. In Frankrijk, op het gladde asfalt, haalden we dat zelfs geen enkele individuele dag.

Nu had ik het qua bagage, in mijn onervarenheid, ook wel een beetje overdreven. Ik was benieuwd naar het gewicht, maar thuis optillen op de weegschaal lukte niet echt. De hoeveelheid kilo’s bleef onbekend. Wat niet weet wat niet deert ging echter niet op. We namen van Utrecht naar Maastricht de trein, ik kreeg mijn fiets er nauwelijks in getild.
Na twee dagen fietsen had ik na een herselectie één volle achtertas met ‘overbodige bagage’. Dat was vooral kleding. Terwijl ik uit Afrika had kunnen weten dat 1 t-shirt en 1 broek precies genoeg is voor een hele week, of in ieder geval tot de volgende rustdag. Op die rustdag schakel je dan over naar je andere stelletje, doet een wasje, zodat je een week later weer kan wisselen. Enzovoorts.

Behalve het over 3 weken uitgesmeerde leermoment: ‘Beperk je bagage tot het uiterste’, wat kan ik nog meer melden over de tocht?

De Ardennen zijn best steil. Daar heb je naar boven last van, maar ook naar beneden. Binnen 100 meter ga je veel te hard. Een afdaling is niets anders dan constant remmen. Op die manier heb je weinig profijt van alle energie die je aan het bergop fietsen hebt besteed.

Geen Ardennen, toch best pittig

Verderop in Frankrijk werd het meer glooiend. Soms zelfs zo prettig dat je met de vaart van de vorige helling af bijna weer de volgend opkwam. Maar er bleven toch ook pittige klimmetjes komen. We verheugden op ons op het stuk na Orange (stad in Z-Frankrijk), lekker plat. Daar aangekomen zaten we opeens in temperaturen van rond de 40 graden zodat er nog steeds geen sprake was van gemakkelijke ritjes.

De route was schitterend. De benaming Groene weg is een juiste. Vanaf de buitenwijken van Maastricht tot de eerste huizen van Orange was het bijna louter platteland, dorpjes, af een toe een enkel bescheiden stadje. De enige uitzondering was Luxemburg stad, maar daar ga je langs een riviertje, door stadsparken en de oude stad.

Ik wist niet dat er nog zoveel platteland was in West-Europa. In Noord-Frankrijk zijn het vooral uitgestorven dorpjes. Het is een uitzondering als je iemand op straat ziet. Winkels zijn soms moeilijk te vinden. Een enkele keer hadden we geluk, en ontmoetten we de Franse versie van de SRV-wagen.
Verderop werden de dorpjes langzaam levendiger. Het zag er wat beter onderhouden uit, er waren geen dichtgetimmerde en verlaten huizen meer. Hoe verder we naar het zuiden reden, hoe zichtbaarder de toeristische sector werd. Dat heeft zijn voors en tegens. Opeens vonden we onszelf onder de platanen op een terrasje aan een heerlijk maal en een fles wijn ernaast. Eerder was het vaak instant maaltijden van de Aldi op een campinggasje opwarmen. Dat klinkt een stuk minder, maar was ook geweldig. In de buitenlucht na een dag fietsen is elk maal overheerlijk.

Anderen waren ook op weg

IDEEEN
Ik check nog even in mijn opschrijfboekje wat ik onderweg aan summiere aantekeningen heb gemaakt. Heb ik niets belangrijks vergeten?
Onder het kopje ideeën zie ik staan: Minder bagage (+lijstje van minimaal benodigde spullen), alles een vaste plek, stevig stoeltje mee (mijn stoeltje begaf het na een week, regelmatig mocht ik daarna op die van Gwen zitten. De lieverd). Nou, dat zijn hele goede ideeën!

Van ‘on the road’ lees ik de notitie dat pas op de vierde camping, al lang en breed in Frankrijk, de Nederlanders niet meer in de meerderheid waren. Bij de eerste camping, in de buurt van Spa, probeerde ik Frans te spreken. De man achter de balie lachte me uit, en vertelde met een accent van ver boven de grote rivieren dat zijn Frans na 3 jaar in Spa ook nog steeds niet al te best was. Negentig procent van zijn gasten was Nederlands. Ik had het kunnen weten. Naast de balie lag een enorme stapel van de krant van wakker Nederland.
In Noord-Frankrijk waren de enige Nederlanders die we nog tegenkwamen mede-fietsers. Verder naar het zuiden nam de Nederlander-dichtheid uiteraard weer toe.

FRIKANDELLEN
De culinaire genoegens waren in het begin nogal beperkt. Of we warmden zelf op ons gaspitje wat op, of we gingen voor wat de camping serveerde. Dat laatste viel vaak niet mee. De keus ging tussen speklapjes, frikandellen of gehaktballen, alles geserveerd met patat natuurlijk. Op de eerste camping in Luxemburg ontwaarde ik opeens een salade op het menu. Voor de lichte trek zei de mevrouw van de camping. Onder 8 plakken ham en 8 plakken kaas vond ik wat gesneden ijsberg-sla, verdronken in slasaus, met spekjes. Omdat dat met gemak in een holle kies past lag er voor alle zekerheid nog een gebakken ei boven op.

Eindconclusie, niet perse gebaseerd op het bovenstaande: het was een geweldige tocht. We fietsten door prachtige landschappen. Dorpjes, stadjes, bergen, vlaktes, stuwmeren, rivieren en kleine beekjes, en uiteindelijk de Middellandse Zee, alles zat erin. Afzien in regen, kou maar ook enorme hitte. Heerlijk bijkomen op de camping in je tentje, alle geluiden van het buiten slapen om je heen. Nog meer genieten van af een toe een rustdag. En de dag erna, nog heerlijker, weer terug op de fiets.
Ik wil weer!!! (Hans)
PS: voor alle foto's hier klikken .

Lees verder...