dinsdag 27 mei 2008

De evaluatie

Van Cairo naar Kaapstad op de fiets is een makkie. Iedereen, bijna iedereen, zou het kunnen. Mits voorzien van voldoende tijd en geld. Doe de tocht in je eentje, met z’n tweeën, of met een leuk groepje van een mens of vijftien. Neem een maand of zes, of beter nog zeven of acht. Als je per dag zo’n tachtig kilometer van de Tour d’Afrique route aflegt kom je op 150 fietsdagen. Dat heb je met acht maanden een meer dan ruime marge voor rustdagen en leuke uitstapjes, eventueel zonder fiets, zodat je op je gemak kan genieten van al het moois en interessants dat Afrika te bieden heeft. Laat je begeleiden door één of meer minicampers, bij voorkeur fourwheel-drives. In de camper zitten wat bedden zodat kamperen een keus is. Daarnaast zijn ze voorzien van een ruime, goed gevulde vrieskist en koelkast. Bovendien is er een douche en een toilet. Achter het stuur zit een chauffeur die ook verstand heeft van koken, of liever nog een kok die ook overweg kan met auto’s. Klinkt heerlijk, zo’n ‘gepamperde’ versie van de Tour d’Afrique. Mocht je echter wat minder ruim in geld en tijd zitten, of een onbedwingbare behoefte hebben aan lijden en afzien, sterke verhalen willen opdoen voor achteraf in de kroeg of op verjaardagsfeestjes, dan is er gelukkig altijd nog de Tour d’Afrique. Een andere mogelijkheid is, zeker de meest avontuurlijke lijkt me, al je spullen op de fiets te laden, en het helemaal zelf te doen.

DE CIJFERS
Voordat ik aan de ongetwijfeld lange evaluatie ga beginnen de totaal cijfers van onze Tour d’Afrique (cijfers van Hans, tenzij anders vermeld):
Gefietst: 8509 kilometer (Onze boekhouding heeft nog steeds een redelijk hoog Afrika gehalte. Of zou het mijn excel-sheet zijn? Gemiddelde snelheid keer uren op de fiets geeft 8703 kilometer. Waar zijn die 200 kilometer gebleven in de totaalstand?)
In de truck: Gwen 455 kilometer, Hans 105 kilometer
Gemiste Tour d’Afrique kilometers:
Uit eigen verkiezing: ongeveer 2000 kilometer (Addis Abeba – Moyale (Ethiopië) en Lilongwe-Victoria Falls (Malawi/Zambia))
Onvrijwillig: Kenia vanwege instabiele situatie na verkiezingen: ongeveer 1000 kilometer
Totale tijd op fiets: 407 uur en 4 minuten
Gemiddelde snelheid: 21,38 kilometer/uur
Langste dag: 9 uur en 4 minuten (Gwen was die dag wat sneller en hield het net onder de 8 uur)
Snelste dag: 29,5 gemiddeld
Langzaamste dag: 12,9 gemiddeld
Hoogste snelheid: 64,5 kilometer/uur
Langste afstand op één dag: 211 kilometer
Aantal lekke banden Hans: 2, Gwen: 4 (had er één minder kunnen zijn als ze niet zo eigenwijs mijn advies in de wind had geslagen)

Terug in Nederland, een hele nette fietser

En nu dan de lang beloofde evaluatie.

ALGEMEEN
Ik heb het al eerder geschreven, maar ik herhaal het nog een keer. De Tour d’Afrique was geweldig, maar een nog beter woord zou zijn overweldigend. We zaten in een soort van alsmaar doordraaiende carrousel van fietsen, vermoeid zijn, tent opzetten, zoveel mogelijk eten, lang slapen om bij te komen, tent afbreken, en opnieuw weer fietsen vanaf de vroege ochtend. Vooral op het eind leken de dagen soms naadloos over elkaar heen te schuiven. Aan de ene kant duurde het eeuwig, maar tegelijkertijd was er voor je het wist weer een volgende dag, en weer een volgende, en weer een volgende.
Voor de volle vier maanden hadden we een bestaan dat in niets leek op de dagelijkse werkelijkheid in Nederland. Geweldig, heerlijk was het er helemaal uit te zijn. Geweldig, heerlijk was het zo enorm fysiek bezig te zijn, soms helemaal af te zien, je eigen grenzen te ontdekken. En geweldig en heerlijk dat het zich mocht afspelen tegen het schitterende decor van Afrika.

DE ZWAARTE
We hadden in ons leven al menig fietstochtje gemaakt in Nederland, en zelfs wel eens in het buitenland. Maar we verschenen niet als doorgewinterde, op en top getrainde, fietsatleten aan de start. Een redelijk gedeelte van de deelnemers viel volgens onze inschatting wel in deze categorie. Zelfs zij hadden het wel eens zwaar, dus kun je nagaan hoe het voor ons was.
Vooral de eerste maanden was er elke dag weer het moment waarop je dacht nu heb geen zin meer. Het is te zwaar, ik ben te moe, mijn kont doet te zeer, hoeveel kilometer is het in hemelsnaam nog. Gelukkig schoof dit moment gaandeweg de tour verder richting het einde van de fietsdag. Ook heel mooi was te merken dat je vijf of tien minuten na aankomst in het kamp al je ontberingen weer vergeten was. Alleen het gevoel van ik heb het volbracht bleef, en de volgende ochtend stapte je weer met plezier op de fiets. Totdat opnieuw langzaam van alles weer zeer ging doen, en je opnieuw smachtte naar het einde van de fietsdag.

AFRIKA LEREN KENNEN
Tour d’Afrique heeft het in zijn informatie over ongeveer vijf tot zeven uur fietsen per dag. Elke dag zou er ruim voldoende tijd zijn om anders dan op de fiets kennis te maken met Afrika en zijn bewoners.
Wij hebben over de gehele tour genomen gemiddeld zes uur per dag gefietst. Dat is dan netto fietstijd, de tijd dat je echt aan het trappen bent. Maar je moet ook eten, en wil onderweg wel eens een colaatje drinken of een foto maken. Deze tijd inbegrepen zit je al snel op een uur of acht a negen tussen vertrektijd en aankomsttijd. Na aankomst waren wij meestal ruim een uur kwijt om een beetje bij te komen, wat soep te eten, en ons kampement in te richten. Daarna schoot er vaak niet veel meer dan een uurtje ‘vrije tijd’ over voordat het weer riders-meeting was, en het avondeten geserveerd werd. Na het avondeten, meestal zo rond half zeven, was het donker. Je praatte nog wat met andere fietsers, uiterlijk acht uur was je in je tent. Negen uur slaap per nacht had je echt hard nodig..
De opzet van de tour bood naar onze smaak te weinig gelegenheid om Afrika te leren kennen, wat dat dan ook moge inhouden. Overdag in bijvoorbeeld Ethiopië of Malawi zei je wel honderden keren goedendag tegen voorbijgangers. Heel leuk, maar je wil ook wel eens in alle rust door een dorpje lopen, ergens rustig zitten, of een wat langere wandeling maken. Daarvoor hielden wij gewoon te weinig tijd per dag over. Voor wat betere, lees snellere, fietsers was er wat meer gelegenheid om andere activiteiten dan fietsen te ondernemen. Maar in onze ogen hield het ook voor hen nog steeds niet over.
Conclusie: de Tour d’Afrique draait primair om fietsen, daarna om fietsen, dan nog eens fietsen, en pas daarna om Afrika leren kennen.

Nog een Nederlandse medefietser

DE FIETSEN
Wij hebben de tour gefietst op de Santos Travelmaster. Dat was achteraf gezien niet de meest verstandige keus. De Travelmaster is ‘mountainbike-achtig’, hybride is geloof ik de officiële term, erg stevig, berekend op het meenemen van bagage, en heeft 26 inch wielen. Door de vele kilometers die elke dag gemaakt moeten worden is het beter voor een lichtere, snellere fiets te gaan. Volbloed racefietsen hadden het vaak weer moeilijk op de ‘dirtroads’. Een veldrijfiets lijkt het beste van twee werelden, racefiets en mountainbike, in zich te verenigen. Jos Kaal, de winnaar van de race reed op een veldrijfiets, dat zegt genoeg.
Nog wel twee voordelen van onze Santos Travelmaster. Niets is kapot gegaan, en dat konden een heleboel andere fietsers niet zeggen. En we hadden een geldig excuus waarom we vaak zo traag waren. Het lag aan de fiets hè, zo wat was-tie zwaar.
Onze Santos ontbrak het aan vering. Vooral Gwen mistte de vering danig op de slechte stukken. Dat werd enigszins opgevangen door ons stalen frame en door op minder hard opgepompte banden te rijden op de ongeasfalteerde wegen. Als je wel vering neemt valt het zeker aan te raden om te zorgen dat je de vering ook ‘uit’ oftewel vast kunt zetten. Volgend jaar zal het aantal ongeasfalteerde kilometers weer flink zijn afgenomen.

DE GROEP
De groep bestond inclusief staf en een variërend aantal sectional riders uit ongeveer tachtig mensen. Naar onze smaak was dat een veel te grote groep.
Het grootste nadeel is dat je met tachtig personen bijna een klein dorp vormt. Waar we kamp maakten in de bewoonde wereld voelde het als een soort overval op een lokaal dorp of stadje. Het dagelijks leven op het platteland werd door onze komst behoorlijk ontregeld. Het was moeilijk om je aan de groep te onttrekken, bijna overal waar je kwam was je ‘één van die fietsers.’
De cocon van de Tour d’Afrique bood bescherming tegen de vervelende kanten van het reizen door Afrika. Maar je zou ook kunnen zeggen dat ons een heleboel interessante en leerzame ervaringen werden onthouden. Na ruim twee maanden bleek een flink aantal groepsleden nog allerlei basisvaardigheden voor het reizen door Afrika te missen. Bij de grens van Tanzania en Malawi werd zo ongeveer een kwart van de groep opgelicht door malafide geldwisselaars.
Als onze groep op reguliere plaatsen aankwam, zoals hotels of campings, kon ik me niet aan de indruk onttrekken dat er meer dan eens speciale prijzen voor ons gehanteerd werden. Met name in Luxor, Egypte, was 40 dollar voor een steenkoude aftandse kamer, en bijna 15 dollar voor een maaltijd absurd. In de stad konden we voor 15 dollar met zijn vieren uitgebreid uit eten.
De hotels annex campings die we aandeden zaten met onze groep ook vaak aan of over de limiet van hun capaciteit. Eén of twee douches voor tachtig man schoot niet echt op. Als er al warm water was dan reikte dat vaak niet verder dan de eerste tien douchers. Personeel was vaak gestresst als zo’n horde uitgehongerde fietsers binnen een uur net zoveel bestelde als dat er normaal in een week over de toonbank ging.
In Lilongwe, Malawi, bleven we achter in het hotel annex kampeerplek om een tijdje op ons zelf te gaan reizen. De volgende dag, zonder de tachtig mede-tour d’Afriquers, heerste er een volkomen andere sfeer in het hotel. Het personeel was relaxed en vriendelijk, had opeens tijd voor je. Geen rijen bij het bestellen van een drankje, bij de douches, of bij het eten. Er bleken allerlei interessante niet Tour d’Afriquers in het hotel te zitten die ons van alles en nog wat over hun reiservaringen in Afrika konden vertellen.

Ook bij ons bestaat avontuur, gewoon een afslag in de Flevopolder

Sociaal is zo’n groep van tachtig ook moeilijk te trekken. Het kan nooit een echte groep worden, na enige tijd werden allerlei sub-groepjes gevormd. Sommigen daarvan isoleerden zich bijna totaal van de medefietsers.
Onze reactie op de grote groep was met bijna iedereen wel een beetje contact te houden, maar met niemand eigenlijk echt diepgaand. Een gedeelte van de verklaring hiervoor ligt in het feit dat je als stel niet echt de noodzaak hebt je per se bij anderen aan te sluiten. Als het wat moeilijker is, door de grote groep, en je bent vaak vermoeid, trek je je terug. Met z’n tweeën vormden wij al onze eigen groep.
Later in de Tour d’Afrique werd de groepsgrootte wat minder storend. Het was enerzijds een gewenningsproces, anderzijds waren vanaf Zambia de accommodaties wat beter toegesneden op grote groepen en werden we opgenomen in de ‘normale’ toeristenstroom.

Ik denk dat bij een reis van vier maanden met een groep tot ongeveer dertig personen het wel mogelijk is een ‘echte’ groep te vormen. Dat kan overigens ook een nadeel zijn, als het sociaal misloopt is er veel minder gelegenheid je eraan te onttrekken.

DE ROUTE
De Tour d’Afrique doet een beetje geheimzinnig over zijn route. Ze zijn bang dat de concurrentie ermee aan de haal gaat, zo luidt het argument waarom ze van te voren geen uitgebreide routebeschrijving willen toesturen. Een beetje flauw, want de route volgt, op een stuk in Tanzania na, gewoon de doorgaande hoofdroute van Cairo naar Kaapstad. Met een wegenatlas van enige kwaliteit kan iedereen hem zo nalopen.
Wij hadden dit jaar nog in Noord-Soedan, de eerste twee dagen in Ethiopië, en in Tanzania tussen Arousha en Iringa (de afwijking van de doorgaande hoofdroute) met dirtroads te maken. In Zuid-Afrika mochten we niet op de drukke hoofdwegen rijden, daar namen we een paar gravelwegen. Zowel in Noord-Soedan als in Ethiopië werd gewerkt aan het asfalteren van de route. De route tussen Addis Abeba via Kenia naar Arousha hebben wij niet gezien. Maar de truckchauffeurs zeiden dat zelfs in Noord-Kenia al landmeters bezig waren. Binnen afzienbare tijd kan de gehele afstand Cairo-Kaapstad over asfalt worden afgelegd. Geweldig voor de ontwikkeling van Afrika, maar het betekent wel een danige devaluatie van het afzien-gehalte van de Tour d’Afrique. Mooi dat wij over een paar jaar kunnen zeggen: toen wij het deden was het nog een opgave, nu kan elke weekendfietser het bijna aan.

DE TENT
Onze tent, de Hammerhead 3 van Mountain Hardwear, heeft zich uitstekend gehouden. Na een wasbeurt is hij weer zo goed als nieuw. Dat kan zeker niet van alle andere tenten gezegd worden. Een redelijk aantal is onderweg of in Kaapstad gedumpt.
Zaken om op te letten: zorg dat je twee ingangen hebt, als er één kapot gaat is je tent niet gelijk waardeloos. De tent moet ook op te zetten zijn zonder buitentent, prettig als het ’s nachts snikheet is, en de regentijd pas over drie maanden begint. Veel ventilatie mogelijkheden maken het verblijf dan ook een stuk aangenamer. Zonder haringen op te zetten, in ieder geval de binnentent, is ook een prettige eigenschap. De grond kan soms erg rotsachtig zijn, voor steeds maar één nachtje wil je niet een halfuur of langer aan het timmeren zijn. Neem sowieso een flink aantal van die spijkerharingen mee.
Laatste tip: vermijd met de Hammerhead 3 de top van de Kilimanjaro. Min twintig bleek funest voor de tentstokken van een andere Hammerhead 3 eigenaar.

DE BEGELEIDING
Wij vinden dat ze het over het algemeen uitstekend hadden gedaan. Natuurlijk is er altijd wel van alles op en aan te merken. Voor een uitputtend overzicht van alle mogelijke klachten over de begeleiding zie de site van Louise en Henk en kies het bericht 'De beloofde afgekoelde versie van het verhaal over de organisatie' van maandag 19 mei. Vergeet dan niet het commentaar van Gwen, volgt na de tekst van Louise.
Mijn belangrijkste punt van kritiek sluit aan bij eerdere opmerkingen. Alles wat rechtstreeks met het fietsen te maken had was redelijk tot goed geregeld. Maar aan achtergrond informatie over de gebieden waardoor we fietsten ontbrak het bijna geheel. We kregen weinig of geen informatie over lokale cultuur, bijzondere gebruiken of recente politieke of maatschappelijke ontwikkelingen. De tegenstelling met de weken dat we de Tour d’Afrique in de steek lieten was groot. Toen pikten we opeens wel allerlei informatie op van medereizigers en raakten in gesprek met Afrikanen van zeer verschillende pluimage.
Alleen reizend hadden we interessante conversaties zoals ‘We have 72 tribes in Zambia. How many do you have in Holland?’. Na wat uitleg dat het bij ons niet zo belangrijk is hield ik het op drie: Friezen, onder de grote rivieren, en de rest. Gwen en ik zijn een gemengd etnisch stel. (Later bedacht ik dat we hem met gemak hadden kunnen overtreffen. Hoezo 72 stammen, in Amsterdam alleen al wonen 175 nationaliteiten.)

HET ETEN
Over de hoeveelheid, het allerbelangrijkste als je fietst, hadden wij geen klachten. De enige keren dat het kantje boord was was toen Jon in Arusha, Tanzania, Miles als kok verving. Maar hij leerde snel van zijn ervaringen, daarna is het niet meer voorgekomen. Meer over de verhouding Jon, Miles, de groep, en met name de vegetariërs heb je al kunnen lezen in het stuk van Louise en Gwen’s commentaar. Ik vond overigens de lunch voor de niet-vegetariërs nogal eentonig. De vaak aanwezige kaas en avocadosalade werd ons bijna altijd ontzegd, gereserveerd voor de vegetariërs. Wij moesten het menigmaal alleen doen met pindakaas, jam, wat fruitpartjes en de na 4 maanden toch eigenlijk wel een beetje saaie tonijnsalade.

Overal kan je lekker eten

DE MALARIA PROFYLAXE
Wij gebruikten Lariam. Voordelen: slechts één keer per week te slikken, niet zo duur. Door ons ondervonden nadelen: toen we net begonnen wat slechter slapen en heftige dromen (dat kan ook interessant zijn), later ongevoelige vingers en vooral tenen. Moeilijk te zeggen of het misschien toch niet een soort RSI van het fietsen was (hoewel tenen?). Mijn vingers zijn nu weer helemaal normaal. Mijn tenen doen twee weken na de laatste Lariam pil nog steeds een beetje vreemd.

DE HOEVEELHEID BENODIGDE KLEDING
Voor sommigen zal dit misschien een wat minder hygiënisch praatje zijn. Maar het is nu eenmaal de realiteit van de Tour d’Afrique. Wij zaten vrij ruim in onze (fiets)kleding, maar al snel merkten we dat we er maar beperkt gebruik van maakten. Als je een t-shirt of fietsshirt wil vervangen waarin je lekker getranspireerd hebt dan kan je op vele plekken elk half uur iets schoons aantrekken. Al heel snel wen je aan iets minder schoon, eenmaal op deze glijdende schaal blijk je nog veel verder te kunnen gaan. Zelfs 7 dagen achter elkaar fietsen deed ik op 2 fietsbroeken, 2 fietsshirtjes en voor ’s avonds 2 t-shirts. Elk kledingstuk werd elke dag afgewisseld. Anderen wekten overigens de indruk van sommige kledingstukken zelfs maar één exemplaar te bezitten. Schoon en vies zijn relatieve begrippen zoals we al eerder op onze weblog schreven. In de permanent bag had ik wel nog meer kleding zodat ik in ieder geval de rustdagen met iets schoons kon beginnen.

ZIEKTES
Als meer dan zestig mensen dwars door Afrika fietsen, ruim 10.000 kilometer, dan kan je zeker gezondheidsproblemen verwachten. Die waren er dan ook. Om maar eens wat zaken te noemen: een gebroken en een gekneusd sleutelbeen na valpartijen, in ieder geval één persoon aan het infuus vanwege acute uitdroging, vele, vele gevallen van diarree, en in Malawi liep bijna iedereen rond met niet genezende geïnfecteerde wonden. Iedereen werd vroeg of laat getroffen. Sommigen mensen gingen er erg slecht en vermoeid uitzien. Een Canadees kon op een gegeven moment nauwelijks meer op zijn benen staan. Uiteindelijk lijkt het allemaal afgelopen te zijn zonder dat iemand blijvende gezondheidsschade heeft opgelopen.
Sommige mensen namen in onze ogen onverantwoorde risico’s. Terwijl ze duidelijk niet in orde waren bleven ze alles op alles zetten om maar te blijven fietsen. Op jacht naar hun EFI (Every fucking/fabulous inch, alle kilometers fietsen), of om mee te blijven doen voor het klassement. De keren dat wij ons minder voelden namen wij heel verstandig onze rust.

RESUME
Een niet te missen ervaring die ik nooit meer zal vergeten. Op de ‘vrije’ weken na misschien iets te weinig in contact geweest met Afrika en de Afrikanen. Maar dat werd weer goedgemaakt door het heerlijke fietsen, het lekker afzien tot je er bijna bij neerviel.

Wil je vooral fietsen, heel veel fietsen? Wil je achteraf in de kroeg kunnen staan met een t-shirtje ‘Cairo to Capetown 95 days on a bicycle’ waarna vervolgens allerlei mensen met al een zweem van bewondering in hun ogen je uitermate geïnteresseerd aanspreken? Aarzel dan geen moment, schrijf je in voor de Tour d’Afrique. Ben je vooral geïnteresseerd in Afrika en is fietsen daarbij niet meer dan een goed middel om uitgebreid in contact te komen met de lokale bevolking? Dan is het een beter idee heel hard te gaan sparen voor de ‘gepamperde’ versie van de Tour d’Afrique. Of waarschijnlijk nog beter: zeg je baan, familie en vrienden vaarwel, koop fietstassen, stop het allerminimaalste dat je nodig hebt erin, trek de voordeur van je huis achter je dicht, en trappen maar richting Zuiden.

Vragen, aan- of opmerkingen? Altijd welkom. We zitten nog een beetje met afkickverschijnselen van de Tour D’Afrique, en willen niets liever dan er over praten. Komt er niets, ook goed. Dan sta ik vanavond weer in mijn Tour d’Afrique t-shirtje in de kroeg. ‘Goh, echt dat hele stuk gefietst? Moet wel heel zwaar zijn geweest.’ 'Ach, wat zal ik zeggen...' (Hans)

Lees verder...

zaterdag 17 mei 2008

Thuiskomst

We zijn weer thuis. Het is nog wel even wennen en bijkomen.
Ons laatste vermeldingswaardige avontuur was dat we in de kabelbaan naar de Tafelberg bij Kaapstad bijna een uur vastzaten. Met veertig man opgepropt, af en toe een beetje heen en weer wiegend boven de afgrond, terwijl een enkeling met moeite een paniekaanval kon onderdrukken. We hadden er zo maar weer een sterk verhaal bij. Na de aankomst van de Tour d’Afrique haalden we binnen drie dagen nog een keer de kranten.
Woensdagavond tegen middernacht vertrokken we uit Kaapstad. De in het vliegtuig uitgereikte Nederlandse ochtendkranten brachten ons al een beetje in Hollandse sferen. Het weer: ‘Vandaag is de laatste dag van de mooie zomerperiode. Vanaf morgen wordt het aanmerkelijk koeler met grote kans op regen’. Fijn. Het vreemdelingenbeleid, hoofdredactioneel commentaar Trouw naar aanleiding van een kamerdebat: ‘Van de aanzuigende werking van het generaal pardon is niets gebleken. Verdonk voorspelde honderdduizenden nieuwe asielzoekers. Het zou haar passen voor deze apert onjuist gebleken uitspraken excuus aan te bieden.’ Hoofdredactioneel commentaar Telegraaf na hetzelfde kamerdebat: ‘Albayrak moet 5000 asielzoekers uitzetten die niet voor het generaal pardon in aanmerking komen. Slechts 500 zijn tot nu toe uitgezet. Schandalig’. Sport: ‘Seedorf niet naar het EK’. Conclusie: Onze vier maanden afwezigheid heeft weinig tot geen verandering teweeg gebracht in Nederland.
De vlucht beloofde een vermoeiende te worden. Het vliegtuig was overvol. Gwen was zwaar verkouden, had zelfs een beetje koorts. Net voor vertrek werd een moeder met baby op de rij achter ons gezet, onze naaste buren bleken vier Russen te zijn die al enigszins naar alcohol roken. Uiteindelijk viel het wel mee, de baby leek bijna de hele nacht in diepe slaap, de Russen bleken rustige jongemannen te zijn. Maar meer dan een uur of twee drie slaap je toch niet op zo’n vlucht.
Op Schiphol werden we ontvangen door Gwen’s ouders, zwager John en vriend Sake. Bloemen, zoenen en omhelzingen, allerhartelijkst was de ontvangst.
Na vier maanden Afrika valt Nederland na zo’n nachtvlucht toch wel wat rauw op je dak. Op de overvolle, twee keer drie of vierbaans snelweg naar Utrecht vroeg ik me af wat ook alweer zo leuk was aan Nederland. O ja, als je hier een beetje je best doet mag je af en toe gaan fietsen in Afrika. Was ik maar Afrikaan, dan kon ik elke dag fietsen in Afrika. Maar dan moet je weer afwachten of wij hier je een goede fiets opsturen. Het is nergens ideaal.

EVALUATIE
De al eerder beloofde evaluatie volgt binnenkort. Ik heb nu al een eerste en een tweede zin: ‘Fietsen van Cairo naar Kaapstad is een makkie. Iedereen, of bijna iedereen, zou het kunnen.’

FOTO’S
Bij het overzetten van de foto’s via de vele verschillende internet verbindingen onderweg blijkt er af en toe wat fout te zijn gegaan. Er misten een paar foto’s, en het formaat was niet altijd eenduidig. Ik heb met onze thuisverbinding alles nog eens overgezet. Mocht je niets beters te doen hebben, schroom niet, bekijk ze gerust nog eens allemaal. Volgens mij komen ze het beste tot hun recht door op de fotosite op toets F11 (helemaal bovenaan ergens rechts op het toetsenbord) te drukken. Daarna de diavoorstelling starten. F11 geeft full-screen, nog een keer F11 zet de browser weer terug naar zijn normale stand. (Hans)

Lees verder...

maandag 12 mei 2008

We zijn er

Terwijl Gwen de rotzooi die we in vier maanden Afrika hebben geproduceerd aan het sorteren is mag ik een stukje schrijven. Mijn bemoeienis werkt alleen maar contraproductief, we zouden qua bagage minstens vijf kilo zwaarder op Schiphol aankomen.
Afgelopen zaterdag kwamen we in Kaapstad aan. De laatste week voerde ons langs mooie namen als de Oranjerivier, Springbok, Vanrhijnsdorp, Elandsbaai en Yzerfontein. De dagen waren exemplarisch voor de afgelopen vier maanden. De eerste dag werd als redelijk zwaar aangekondigd. In dertig kilometer vals plat bijna 600 meter stijgen. Dat werd veertig kilometer, en daarna was het op en neer om uiteindelijk nog eens 400 meter hoger te eindigen. De dag na Springbok was het opeens echt koud. Een graadje of tien, en constante regen die iedereen tot op het bot verkleumde. Gelukkig kon ik onderweg in een dorpswinkel, die behalve warme chocolademelk ook tweede handskleding verkocht, nog snel een T-shirtje aanschaffen voor 10 rand (80 eurocent). De volgende ochtend bracht dichte mist die in de loop van de dag plaats maakte voor een mager zonnetje en een heerlijk windje in de rug. Het landschap was nog steeds semi-woestijn, flinke heuvels, elke vijftig of zestig kilometer een kleine nederzetting van een paar honderd mensen. Net voor Elandsbaai zagen we de Atlantische Oceaan voor het eerst, tenminste we hoorden vanuit een dikke zeemist het geluid van de branding. Yzerfontein was de laatste overnachtingplaats voor Kaapstad. De jongere rijders namen alvast een voorschot op de aanstaande festiviteiten. Gesteund door ruime hoeveelheden alcohol wisten ze luidruchtig te blijven tot diep in de nacht.
De aankomst in Kaapstad was in het Victoria and Alfred waterfront, de tot winkel- en uitgaansgelegenheid omgebouwde oude haven van Kaapstad. De laatste 25 kilometer reden we in politiekonvooi door rijke, voornamelijk blanke voorsteden. Alleen een paar kilometer voor de finish was een confrontatie met de andere werkelijkheid van Zuid-Afrika niet te vermijden. Een nog niet tot toeristische attractie omgebouwd stuk van de haven werd bewoond door een paar honderd daklozen. Overal kartonnen dozen en plastic zeiltjes tegen de regen en de koude, de meeste bewoners bekeken ons verbaasd, een aantal applaudisseerden en juichten.
Bij de finish was er een orkestje, gemiste familieleden of vrienden, champagne, bloemen, flink wat tranen, duizenden uitgewisselde zoenen en ‘hugs’, huldigingen, speeches, een Masai-dame met Deens vlaggetje (opgedaan als vriendin door één van de rijders op onze tocht door Tanzania), medailles, nog meer speeches, wat vertegenwoordigers van verschillende ambassades, pers, een koude regenbui, en een flink gevuld buffet dat door ons fietsers binnen tien minuten volledig geplunderd werd. ’s Avonds mochten we aanzitten aan ons afscheidsdiner. Tot diep in de nacht werd er gedronken en gedanst, voor sommigen was het de zwaarste aanslag op hun conditie in vier maanden.
En nu is het voorbij. Onze medefietsers gaan langzaam één voor één vertrekken, terug naar huis, of nog wat reizen in Afrika met overgekomen familie of vrienden. Vanochtend was het al een stuk minder druk aan het hotelontbijt. Wij stappen aanstaande woensdag op het vliegtuig. Eens kijken of we weer kunnen wennen een bestaan zonder acht uur per dag op de fiets te zitten.

EVALUATIE
De evaluatie kan kot maar krachtig: het was geweldig, of eigenlijk meer overweldigend, vier maanden lang met redelijk wat ontberingen door Afrika trekken. Zoals iemand zei: je zal nooit meer op dezelfde manier naar de kaart van Afrika kijken. Maar het is ook geweldig dat het nu achter de rug is. Je kan niet eeuwig maar blijven fietsen, je tent opzetten en afbreken, je eten op een camping stoeltje in het donker naar binnen lepelen.
Binnen een week of twee wil ik een uitgebreidere evaluatie over onze Tour d’Afrique schrijven. Ik heb de eerste zin al: ‘Fietsen van Cairo naar Kaapstad is een makkie’.

BEDANKT
Ik weet niet hoeveel bijdragen er nog zullen komen van ons, maar alvast een welgemeend bedankt voor onze lezers en bovenal reageerders. Het was heel prettig om te merken dat de weblog met interesse gelezen werd, dat er meegeleefd werd. Waarderende geluiden over foto’s of tekst waren meer dan welkom. Net als kritiek trouwens, volgend jaar als we in de wintermaanden van Utrecht via Katmandu naar Wladiwostok gaan fietsen kunnen we daar ons voordeel mee doen! Of wordt het toch Alaska-Vuureiland? Een derde optie is elke dag in de vroege ochtend op de fiets van huis naar Utrecht CS, en ’s avonds in het donker weer terug. We houden jullie op de hoogte.

Nieuwe foto's: Namibie en Zuid-Afrika.

Lees verder...

zondag 4 mei 2008

Uitrusten in Noordoewer

Eindelijk weer een beetje uitrusten. We zijn aangekomen in Noordoewer,Namibië en aan de overzijde van de Oranjerivier zien we het laatste land al liggen, Zuid Afrika. In plaats van de aangekondigde vijf fietsdagen werden het er zes (wat als voordeel heeft dat we er nu ook nog maar zes te gaan hebben).

We zouden oorspronkelijk een rustdag hebben in Ai –Ais aan de Fish River Canyon (zeg maar de Afrikaanse equivalent van de Grand Canyon), maar het kamp daar was dicht zodat er een alternatieve plek en route gezocht moest worden. De overnachtingsplek werd Hobas Camp, ook aan de Fish River Canyon. De organisatie had het zo geregeld dat we ons diner aan de rand van de Canyon konden eten (en we hoefden er niet heen te fietsen, we gingen met een bus). De wijziging van de route resulteerde in de mooiste landschappen sinds weken (Hans mag dan van polderplat houden, voor het "iets te kijken hebben" geef ik de voorkeur aan wat meer variatie qua landschap). Het had echter ook als gevolg dat we behoorlijk wat kilometers over onverharde (en heuvelachtige) wegen moesten afleggen met gisteren als hoogtepunt 128km onverhard gevolgd door nog 50kmasfalt. Over die laatste 50km hadden we ons niet al te druk gemaakt, die zouden bergaf zijn…… inderdaad de laatste 30km waren bergaf, helaas met een straffe tegenwind zodat er toch flink getrapt moest worden. Het werd onze langste dag tot nu toe op de fiets, gelukkig stond bij aankomst Duncan klaar met een biertje en waren we zo slim geweest om een cabana (hutje) te bestellen zodat we van een welverdiende eigen douche en bed konden genieten. Het voelt altijd prettig als je de rustdag echt verdiend hebt.



Uitzicht op Zuid Afrika en Oranje rivier


s'Avonds in de bar was duidelijk merkbaar dat de reis op zijn einde aan het lopen is. We haalden vooral herinneringen op van eerdere voorvallen. "Weet je nog dat het zo hard zandstormde in Soedan dat alles in de tent onder het zand zat?", "Weet je die keer nog dat we verdwaalden in de woestijn?" ook de voorbereidingen van een ieder op de reis werden nog eens doorgenomen, alles leek vreselijk lang geleden.

Nu dus de laatste rustdag, voor het laatst de was gedaan in de red-box (er zijn voorstellen om de red-boxen a.s. zaterdag ritueel te verbranden), misschien nog wat laatste schoonmaak acties aan de fietsen en vooral lekker relaxen. Er was een mogelijkheid om vandaag op de oranjerivier te gaan kanoën die hebben we maar voorbij laten gaan, er moet ook nog uitgerust worden! Het weer is ook omgeslagen en de winter lijkt eraan te komen. Vandaag is het voor het eerst sinds lange tijd bewolkt en buiten voelt het "jasje aan"-fris. Misschien moeten we het thermisch ondergoed toch maar weer bij de hand houden voor de laatste vijf nachten in de tent. (Gwen)

Lees verder...