dinsdag 27 mei 2008

De evaluatie

Van Cairo naar Kaapstad op de fiets is een makkie. Iedereen, bijna iedereen, zou het kunnen. Mits voorzien van voldoende tijd en geld. Doe de tocht in je eentje, met z’n tweeën, of met een leuk groepje van een mens of vijftien. Neem een maand of zes, of beter nog zeven of acht. Als je per dag zo’n tachtig kilometer van de Tour d’Afrique route aflegt kom je op 150 fietsdagen. Dat heb je met acht maanden een meer dan ruime marge voor rustdagen en leuke uitstapjes, eventueel zonder fiets, zodat je op je gemak kan genieten van al het moois en interessants dat Afrika te bieden heeft. Laat je begeleiden door één of meer minicampers, bij voorkeur fourwheel-drives. In de camper zitten wat bedden zodat kamperen een keus is. Daarnaast zijn ze voorzien van een ruime, goed gevulde vrieskist en koelkast. Bovendien is er een douche en een toilet. Achter het stuur zit een chauffeur die ook verstand heeft van koken, of liever nog een kok die ook overweg kan met auto’s. Klinkt heerlijk, zo’n ‘gepamperde’ versie van de Tour d’Afrique. Mocht je echter wat minder ruim in geld en tijd zitten, of een onbedwingbare behoefte hebben aan lijden en afzien, sterke verhalen willen opdoen voor achteraf in de kroeg of op verjaardagsfeestjes, dan is er gelukkig altijd nog de Tour d’Afrique. Een andere mogelijkheid is, zeker de meest avontuurlijke lijkt me, al je spullen op de fiets te laden, en het helemaal zelf te doen.

DE CIJFERS
Voordat ik aan de ongetwijfeld lange evaluatie ga beginnen de totaal cijfers van onze Tour d’Afrique (cijfers van Hans, tenzij anders vermeld):
Gefietst: 8509 kilometer (Onze boekhouding heeft nog steeds een redelijk hoog Afrika gehalte. Of zou het mijn excel-sheet zijn? Gemiddelde snelheid keer uren op de fiets geeft 8703 kilometer. Waar zijn die 200 kilometer gebleven in de totaalstand?)
In de truck: Gwen 455 kilometer, Hans 105 kilometer
Gemiste Tour d’Afrique kilometers:
Uit eigen verkiezing: ongeveer 2000 kilometer (Addis Abeba – Moyale (Ethiopië) en Lilongwe-Victoria Falls (Malawi/Zambia))
Onvrijwillig: Kenia vanwege instabiele situatie na verkiezingen: ongeveer 1000 kilometer
Totale tijd op fiets: 407 uur en 4 minuten
Gemiddelde snelheid: 21,38 kilometer/uur
Langste dag: 9 uur en 4 minuten (Gwen was die dag wat sneller en hield het net onder de 8 uur)
Snelste dag: 29,5 gemiddeld
Langzaamste dag: 12,9 gemiddeld
Hoogste snelheid: 64,5 kilometer/uur
Langste afstand op één dag: 211 kilometer
Aantal lekke banden Hans: 2, Gwen: 4 (had er één minder kunnen zijn als ze niet zo eigenwijs mijn advies in de wind had geslagen)

Terug in Nederland, een hele nette fietser

En nu dan de lang beloofde evaluatie.

ALGEMEEN
Ik heb het al eerder geschreven, maar ik herhaal het nog een keer. De Tour d’Afrique was geweldig, maar een nog beter woord zou zijn overweldigend. We zaten in een soort van alsmaar doordraaiende carrousel van fietsen, vermoeid zijn, tent opzetten, zoveel mogelijk eten, lang slapen om bij te komen, tent afbreken, en opnieuw weer fietsen vanaf de vroege ochtend. Vooral op het eind leken de dagen soms naadloos over elkaar heen te schuiven. Aan de ene kant duurde het eeuwig, maar tegelijkertijd was er voor je het wist weer een volgende dag, en weer een volgende, en weer een volgende.
Voor de volle vier maanden hadden we een bestaan dat in niets leek op de dagelijkse werkelijkheid in Nederland. Geweldig, heerlijk was het er helemaal uit te zijn. Geweldig, heerlijk was het zo enorm fysiek bezig te zijn, soms helemaal af te zien, je eigen grenzen te ontdekken. En geweldig en heerlijk dat het zich mocht afspelen tegen het schitterende decor van Afrika.

DE ZWAARTE
We hadden in ons leven al menig fietstochtje gemaakt in Nederland, en zelfs wel eens in het buitenland. Maar we verschenen niet als doorgewinterde, op en top getrainde, fietsatleten aan de start. Een redelijk gedeelte van de deelnemers viel volgens onze inschatting wel in deze categorie. Zelfs zij hadden het wel eens zwaar, dus kun je nagaan hoe het voor ons was.
Vooral de eerste maanden was er elke dag weer het moment waarop je dacht nu heb geen zin meer. Het is te zwaar, ik ben te moe, mijn kont doet te zeer, hoeveel kilometer is het in hemelsnaam nog. Gelukkig schoof dit moment gaandeweg de tour verder richting het einde van de fietsdag. Ook heel mooi was te merken dat je vijf of tien minuten na aankomst in het kamp al je ontberingen weer vergeten was. Alleen het gevoel van ik heb het volbracht bleef, en de volgende ochtend stapte je weer met plezier op de fiets. Totdat opnieuw langzaam van alles weer zeer ging doen, en je opnieuw smachtte naar het einde van de fietsdag.

AFRIKA LEREN KENNEN
Tour d’Afrique heeft het in zijn informatie over ongeveer vijf tot zeven uur fietsen per dag. Elke dag zou er ruim voldoende tijd zijn om anders dan op de fiets kennis te maken met Afrika en zijn bewoners.
Wij hebben over de gehele tour genomen gemiddeld zes uur per dag gefietst. Dat is dan netto fietstijd, de tijd dat je echt aan het trappen bent. Maar je moet ook eten, en wil onderweg wel eens een colaatje drinken of een foto maken. Deze tijd inbegrepen zit je al snel op een uur of acht a negen tussen vertrektijd en aankomsttijd. Na aankomst waren wij meestal ruim een uur kwijt om een beetje bij te komen, wat soep te eten, en ons kampement in te richten. Daarna schoot er vaak niet veel meer dan een uurtje ‘vrije tijd’ over voordat het weer riders-meeting was, en het avondeten geserveerd werd. Na het avondeten, meestal zo rond half zeven, was het donker. Je praatte nog wat met andere fietsers, uiterlijk acht uur was je in je tent. Negen uur slaap per nacht had je echt hard nodig..
De opzet van de tour bood naar onze smaak te weinig gelegenheid om Afrika te leren kennen, wat dat dan ook moge inhouden. Overdag in bijvoorbeeld Ethiopië of Malawi zei je wel honderden keren goedendag tegen voorbijgangers. Heel leuk, maar je wil ook wel eens in alle rust door een dorpje lopen, ergens rustig zitten, of een wat langere wandeling maken. Daarvoor hielden wij gewoon te weinig tijd per dag over. Voor wat betere, lees snellere, fietsers was er wat meer gelegenheid om andere activiteiten dan fietsen te ondernemen. Maar in onze ogen hield het ook voor hen nog steeds niet over.
Conclusie: de Tour d’Afrique draait primair om fietsen, daarna om fietsen, dan nog eens fietsen, en pas daarna om Afrika leren kennen.

Nog een Nederlandse medefietser

DE FIETSEN
Wij hebben de tour gefietst op de Santos Travelmaster. Dat was achteraf gezien niet de meest verstandige keus. De Travelmaster is ‘mountainbike-achtig’, hybride is geloof ik de officiële term, erg stevig, berekend op het meenemen van bagage, en heeft 26 inch wielen. Door de vele kilometers die elke dag gemaakt moeten worden is het beter voor een lichtere, snellere fiets te gaan. Volbloed racefietsen hadden het vaak weer moeilijk op de ‘dirtroads’. Een veldrijfiets lijkt het beste van twee werelden, racefiets en mountainbike, in zich te verenigen. Jos Kaal, de winnaar van de race reed op een veldrijfiets, dat zegt genoeg.
Nog wel twee voordelen van onze Santos Travelmaster. Niets is kapot gegaan, en dat konden een heleboel andere fietsers niet zeggen. En we hadden een geldig excuus waarom we vaak zo traag waren. Het lag aan de fiets hè, zo wat was-tie zwaar.
Onze Santos ontbrak het aan vering. Vooral Gwen mistte de vering danig op de slechte stukken. Dat werd enigszins opgevangen door ons stalen frame en door op minder hard opgepompte banden te rijden op de ongeasfalteerde wegen. Als je wel vering neemt valt het zeker aan te raden om te zorgen dat je de vering ook ‘uit’ oftewel vast kunt zetten. Volgend jaar zal het aantal ongeasfalteerde kilometers weer flink zijn afgenomen.

DE GROEP
De groep bestond inclusief staf en een variërend aantal sectional riders uit ongeveer tachtig mensen. Naar onze smaak was dat een veel te grote groep.
Het grootste nadeel is dat je met tachtig personen bijna een klein dorp vormt. Waar we kamp maakten in de bewoonde wereld voelde het als een soort overval op een lokaal dorp of stadje. Het dagelijks leven op het platteland werd door onze komst behoorlijk ontregeld. Het was moeilijk om je aan de groep te onttrekken, bijna overal waar je kwam was je ‘één van die fietsers.’
De cocon van de Tour d’Afrique bood bescherming tegen de vervelende kanten van het reizen door Afrika. Maar je zou ook kunnen zeggen dat ons een heleboel interessante en leerzame ervaringen werden onthouden. Na ruim twee maanden bleek een flink aantal groepsleden nog allerlei basisvaardigheden voor het reizen door Afrika te missen. Bij de grens van Tanzania en Malawi werd zo ongeveer een kwart van de groep opgelicht door malafide geldwisselaars.
Als onze groep op reguliere plaatsen aankwam, zoals hotels of campings, kon ik me niet aan de indruk onttrekken dat er meer dan eens speciale prijzen voor ons gehanteerd werden. Met name in Luxor, Egypte, was 40 dollar voor een steenkoude aftandse kamer, en bijna 15 dollar voor een maaltijd absurd. In de stad konden we voor 15 dollar met zijn vieren uitgebreid uit eten.
De hotels annex campings die we aandeden zaten met onze groep ook vaak aan of over de limiet van hun capaciteit. Eén of twee douches voor tachtig man schoot niet echt op. Als er al warm water was dan reikte dat vaak niet verder dan de eerste tien douchers. Personeel was vaak gestresst als zo’n horde uitgehongerde fietsers binnen een uur net zoveel bestelde als dat er normaal in een week over de toonbank ging.
In Lilongwe, Malawi, bleven we achter in het hotel annex kampeerplek om een tijdje op ons zelf te gaan reizen. De volgende dag, zonder de tachtig mede-tour d’Afriquers, heerste er een volkomen andere sfeer in het hotel. Het personeel was relaxed en vriendelijk, had opeens tijd voor je. Geen rijen bij het bestellen van een drankje, bij de douches, of bij het eten. Er bleken allerlei interessante niet Tour d’Afriquers in het hotel te zitten die ons van alles en nog wat over hun reiservaringen in Afrika konden vertellen.

Ook bij ons bestaat avontuur, gewoon een afslag in de Flevopolder

Sociaal is zo’n groep van tachtig ook moeilijk te trekken. Het kan nooit een echte groep worden, na enige tijd werden allerlei sub-groepjes gevormd. Sommigen daarvan isoleerden zich bijna totaal van de medefietsers.
Onze reactie op de grote groep was met bijna iedereen wel een beetje contact te houden, maar met niemand eigenlijk echt diepgaand. Een gedeelte van de verklaring hiervoor ligt in het feit dat je als stel niet echt de noodzaak hebt je per se bij anderen aan te sluiten. Als het wat moeilijker is, door de grote groep, en je bent vaak vermoeid, trek je je terug. Met z’n tweeën vormden wij al onze eigen groep.
Later in de Tour d’Afrique werd de groepsgrootte wat minder storend. Het was enerzijds een gewenningsproces, anderzijds waren vanaf Zambia de accommodaties wat beter toegesneden op grote groepen en werden we opgenomen in de ‘normale’ toeristenstroom.

Ik denk dat bij een reis van vier maanden met een groep tot ongeveer dertig personen het wel mogelijk is een ‘echte’ groep te vormen. Dat kan overigens ook een nadeel zijn, als het sociaal misloopt is er veel minder gelegenheid je eraan te onttrekken.

DE ROUTE
De Tour d’Afrique doet een beetje geheimzinnig over zijn route. Ze zijn bang dat de concurrentie ermee aan de haal gaat, zo luidt het argument waarom ze van te voren geen uitgebreide routebeschrijving willen toesturen. Een beetje flauw, want de route volgt, op een stuk in Tanzania na, gewoon de doorgaande hoofdroute van Cairo naar Kaapstad. Met een wegenatlas van enige kwaliteit kan iedereen hem zo nalopen.
Wij hadden dit jaar nog in Noord-Soedan, de eerste twee dagen in Ethiopië, en in Tanzania tussen Arousha en Iringa (de afwijking van de doorgaande hoofdroute) met dirtroads te maken. In Zuid-Afrika mochten we niet op de drukke hoofdwegen rijden, daar namen we een paar gravelwegen. Zowel in Noord-Soedan als in Ethiopië werd gewerkt aan het asfalteren van de route. De route tussen Addis Abeba via Kenia naar Arousha hebben wij niet gezien. Maar de truckchauffeurs zeiden dat zelfs in Noord-Kenia al landmeters bezig waren. Binnen afzienbare tijd kan de gehele afstand Cairo-Kaapstad over asfalt worden afgelegd. Geweldig voor de ontwikkeling van Afrika, maar het betekent wel een danige devaluatie van het afzien-gehalte van de Tour d’Afrique. Mooi dat wij over een paar jaar kunnen zeggen: toen wij het deden was het nog een opgave, nu kan elke weekendfietser het bijna aan.

DE TENT
Onze tent, de Hammerhead 3 van Mountain Hardwear, heeft zich uitstekend gehouden. Na een wasbeurt is hij weer zo goed als nieuw. Dat kan zeker niet van alle andere tenten gezegd worden. Een redelijk aantal is onderweg of in Kaapstad gedumpt.
Zaken om op te letten: zorg dat je twee ingangen hebt, als er één kapot gaat is je tent niet gelijk waardeloos. De tent moet ook op te zetten zijn zonder buitentent, prettig als het ’s nachts snikheet is, en de regentijd pas over drie maanden begint. Veel ventilatie mogelijkheden maken het verblijf dan ook een stuk aangenamer. Zonder haringen op te zetten, in ieder geval de binnentent, is ook een prettige eigenschap. De grond kan soms erg rotsachtig zijn, voor steeds maar één nachtje wil je niet een halfuur of langer aan het timmeren zijn. Neem sowieso een flink aantal van die spijkerharingen mee.
Laatste tip: vermijd met de Hammerhead 3 de top van de Kilimanjaro. Min twintig bleek funest voor de tentstokken van een andere Hammerhead 3 eigenaar.

DE BEGELEIDING
Wij vinden dat ze het over het algemeen uitstekend hadden gedaan. Natuurlijk is er altijd wel van alles op en aan te merken. Voor een uitputtend overzicht van alle mogelijke klachten over de begeleiding zie de site van Louise en Henk en kies het bericht 'De beloofde afgekoelde versie van het verhaal over de organisatie' van maandag 19 mei. Vergeet dan niet het commentaar van Gwen, volgt na de tekst van Louise.
Mijn belangrijkste punt van kritiek sluit aan bij eerdere opmerkingen. Alles wat rechtstreeks met het fietsen te maken had was redelijk tot goed geregeld. Maar aan achtergrond informatie over de gebieden waardoor we fietsten ontbrak het bijna geheel. We kregen weinig of geen informatie over lokale cultuur, bijzondere gebruiken of recente politieke of maatschappelijke ontwikkelingen. De tegenstelling met de weken dat we de Tour d’Afrique in de steek lieten was groot. Toen pikten we opeens wel allerlei informatie op van medereizigers en raakten in gesprek met Afrikanen van zeer verschillende pluimage.
Alleen reizend hadden we interessante conversaties zoals ‘We have 72 tribes in Zambia. How many do you have in Holland?’. Na wat uitleg dat het bij ons niet zo belangrijk is hield ik het op drie: Friezen, onder de grote rivieren, en de rest. Gwen en ik zijn een gemengd etnisch stel. (Later bedacht ik dat we hem met gemak hadden kunnen overtreffen. Hoezo 72 stammen, in Amsterdam alleen al wonen 175 nationaliteiten.)

HET ETEN
Over de hoeveelheid, het allerbelangrijkste als je fietst, hadden wij geen klachten. De enige keren dat het kantje boord was was toen Jon in Arusha, Tanzania, Miles als kok verving. Maar hij leerde snel van zijn ervaringen, daarna is het niet meer voorgekomen. Meer over de verhouding Jon, Miles, de groep, en met name de vegetariërs heb je al kunnen lezen in het stuk van Louise en Gwen’s commentaar. Ik vond overigens de lunch voor de niet-vegetariërs nogal eentonig. De vaak aanwezige kaas en avocadosalade werd ons bijna altijd ontzegd, gereserveerd voor de vegetariërs. Wij moesten het menigmaal alleen doen met pindakaas, jam, wat fruitpartjes en de na 4 maanden toch eigenlijk wel een beetje saaie tonijnsalade.

Overal kan je lekker eten

DE MALARIA PROFYLAXE
Wij gebruikten Lariam. Voordelen: slechts één keer per week te slikken, niet zo duur. Door ons ondervonden nadelen: toen we net begonnen wat slechter slapen en heftige dromen (dat kan ook interessant zijn), later ongevoelige vingers en vooral tenen. Moeilijk te zeggen of het misschien toch niet een soort RSI van het fietsen was (hoewel tenen?). Mijn vingers zijn nu weer helemaal normaal. Mijn tenen doen twee weken na de laatste Lariam pil nog steeds een beetje vreemd.

DE HOEVEELHEID BENODIGDE KLEDING
Voor sommigen zal dit misschien een wat minder hygiënisch praatje zijn. Maar het is nu eenmaal de realiteit van de Tour d’Afrique. Wij zaten vrij ruim in onze (fiets)kleding, maar al snel merkten we dat we er maar beperkt gebruik van maakten. Als je een t-shirt of fietsshirt wil vervangen waarin je lekker getranspireerd hebt dan kan je op vele plekken elk half uur iets schoons aantrekken. Al heel snel wen je aan iets minder schoon, eenmaal op deze glijdende schaal blijk je nog veel verder te kunnen gaan. Zelfs 7 dagen achter elkaar fietsen deed ik op 2 fietsbroeken, 2 fietsshirtjes en voor ’s avonds 2 t-shirts. Elk kledingstuk werd elke dag afgewisseld. Anderen wekten overigens de indruk van sommige kledingstukken zelfs maar één exemplaar te bezitten. Schoon en vies zijn relatieve begrippen zoals we al eerder op onze weblog schreven. In de permanent bag had ik wel nog meer kleding zodat ik in ieder geval de rustdagen met iets schoons kon beginnen.

ZIEKTES
Als meer dan zestig mensen dwars door Afrika fietsen, ruim 10.000 kilometer, dan kan je zeker gezondheidsproblemen verwachten. Die waren er dan ook. Om maar eens wat zaken te noemen: een gebroken en een gekneusd sleutelbeen na valpartijen, in ieder geval één persoon aan het infuus vanwege acute uitdroging, vele, vele gevallen van diarree, en in Malawi liep bijna iedereen rond met niet genezende geïnfecteerde wonden. Iedereen werd vroeg of laat getroffen. Sommigen mensen gingen er erg slecht en vermoeid uitzien. Een Canadees kon op een gegeven moment nauwelijks meer op zijn benen staan. Uiteindelijk lijkt het allemaal afgelopen te zijn zonder dat iemand blijvende gezondheidsschade heeft opgelopen.
Sommige mensen namen in onze ogen onverantwoorde risico’s. Terwijl ze duidelijk niet in orde waren bleven ze alles op alles zetten om maar te blijven fietsen. Op jacht naar hun EFI (Every fucking/fabulous inch, alle kilometers fietsen), of om mee te blijven doen voor het klassement. De keren dat wij ons minder voelden namen wij heel verstandig onze rust.

RESUME
Een niet te missen ervaring die ik nooit meer zal vergeten. Op de ‘vrije’ weken na misschien iets te weinig in contact geweest met Afrika en de Afrikanen. Maar dat werd weer goedgemaakt door het heerlijke fietsen, het lekker afzien tot je er bijna bij neerviel.

Wil je vooral fietsen, heel veel fietsen? Wil je achteraf in de kroeg kunnen staan met een t-shirtje ‘Cairo to Capetown 95 days on a bicycle’ waarna vervolgens allerlei mensen met al een zweem van bewondering in hun ogen je uitermate geïnteresseerd aanspreken? Aarzel dan geen moment, schrijf je in voor de Tour d’Afrique. Ben je vooral geïnteresseerd in Afrika en is fietsen daarbij niet meer dan een goed middel om uitgebreid in contact te komen met de lokale bevolking? Dan is het een beter idee heel hard te gaan sparen voor de ‘gepamperde’ versie van de Tour d’Afrique. Of waarschijnlijk nog beter: zeg je baan, familie en vrienden vaarwel, koop fietstassen, stop het allerminimaalste dat je nodig hebt erin, trek de voordeur van je huis achter je dicht, en trappen maar richting Zuiden.

Vragen, aan- of opmerkingen? Altijd welkom. We zitten nog een beetje met afkickverschijnselen van de Tour D’Afrique, en willen niets liever dan er over praten. Komt er niets, ook goed. Dan sta ik vanavond weer in mijn Tour d’Afrique t-shirtje in de kroeg. ‘Goh, echt dat hele stuk gefietst? Moet wel heel zwaar zijn geweest.’ 'Ach, wat zal ik zeggen...' (Hans)

6 opmerkingen:

Anoniem zei

Mijn complimenten voor jullie doorzettingsvermogen. Een hele knappe prestatie. Het was leuk om jullie tocht te volgen, de verhalen te lezen en de foto's te bekijken. Zal wel weer wennen zijn in Nederland.

Groeten,
Marcia Kantoor

bob zei

Dag Hans en Gwen,
Zojuist de laatste paar series foto's gezien en verhalen gelezen.
De afgelopen maanden heb ik genoten van jullie boeiende reisverhalen en de prachtige foto's. Gelukkig hebben jullie ook oog voor mooie detais en de mensen en dieren. Fijn dat jullie heelhuids zijn teruggekomen. Het doet me een beetje denken aan mijn reis door Oeganda van een paar jaar geleden.
Ik krijg er zin in om ook weer op reis te gaan.

Sterkte met de acclimatisatie en wie weet tot ziens,
Groet, Bob Meewis (DWH)

Anoniem zei

Dag Gwen en Hans,

Heerlijk om steeds jullie berichten te hebben gelezen en nu jullie langzaam aan thuis beginnen te komen is 'van harte gefeliciteerd met jullie prestatie' zeker op zijn plaats.
Dank voor de berichten, de vele foto's en het verwoorden van de ervaringen; ook de (beperkte) evaluatie achteraf. Er is natuurlijk nog veel meer over te zeggen en te schrijven. Ik doe er mijn voordeel mee als deelnemer in 2009.

Met vriendelijke groet,

Edvard

Anoniem zei

Weet niet meer waar ik dit gelezen heb maar "in Afrika is er tijd, in Europa zijn er klokken"!
Sterkte met afkicken.
Ik heb genoten van het verslag van jullie reis.
Groeten van Ronald van Houdt

Anoniem zei

Hallo Hans en Gwen,

Wij hebben tot nu toe alleen jullie evaluatie gelezen, maar we gaan verder... Mijn vrouw en ik hebben het plan opgevat ook de tocht te gaan maken en waar ik een beetje bang voor ben, met 80 man door Afrika, geef je zelf ook aan. Maar is er een alternatief? Is het te doen om dat samen te doen of met een kleiner groepje? Is dat (een beetje) veilg? Ik denk zelf dat je ook heel wat discipline op moet brengen om de tocht volledig te doen in dezelfde tijd. En meer tijd kunnen we niet vrijmaken... Met andere woorden, zouden jullie het weer zo doen? Of anders?

Met vriendelijke groet (en waardering) Henk en Leonie,
Berkel en Rodenrijs

Anoniem zei

Henk en Leonie uit de anonimiteit
hendricus56@gmail.com