zaterdag 22 maart 2008

Weer op de fiets en Habari safari?

De eerste kilometers op de fiets zitten er weer op. Het waren zeven fietsdagen die zo mooi begonnen met een heerlijk kort dagje (120 km over asfalt) zodat we rond twee uur in het kamp kwamen. Kamp was een echte camping, met douches, wc’s en een bar waar koude biertjes te koop waren. Het leek zowaar wel vakantie.
Helaas werden we de volgende dag weer op het rechte spoor gezet. 110 kilometer over onverhard met een aantal behoorlijke klimmetjes.

Hans zit weer op de fiets





De verwachte 110 km bleken er 120 te zijn, met de laatste tien over vers omgeploegde weg (waar zijn de Chinezen?) zodat we om half zes het bush-camp in rolden, de tent op konden zetten en na 30 seconden uitgeput op de matjes liggen werden gesommeerd voor de “ridersmeeting” en het avondeten. Ouderwets dus. De overige dagen waren iets korter en de vierde eigenlijk een makkie met maar 95 km over relatief goed onverhard. Ware het niet dat mijn billen toen al in een dusdanige staat waren dat rijden over de geringste hobbel al behoorlijk zeer deed. Het eerder gekweekte zitvlees was dus inderdaad verdwenen.
Temperaturen zijn ook behoorlijk omhooggegaan ten opzichte van het begin van de tour. s’Ochtends starten we met een aangename 20 C, dat loopt snel op tot in de 30 C als het bewolkt is, als de zon brandt dan is het nog heter. Het regenseizoen is bijna op z’n eind, vaak dreigt het wel tegen het eind van de middag en ’s avonds hebben we al een paar regenbuien gehad, maar dan liggen we toch uitgeteld in de tent.

Een dreigende bui





Tijdens het fietsen is zo’n bui zelfs heerlijk verkoelend, alleen de weg wordt er dan niet beter op. De laatste dag naar Iringa (mooi op een bergtop gelegen, dus klimmen) zijn we wel vreselijk nat geregend. Het koelde behoorlijk af en we kwamen redelijk verkleumd aan in het Baptisten conferentiecomplex waar we de welverdiende rustdag (1e Paasdag)mogen kamperen.

Maar genoeg over het fietsen en het wegdek, vlak voor vertrek hebben we namelijk nog een safari gedaan waar ook nog het nodige over te vertellen is.

Tanzania staat voornamelijk bekend om de Kilimanjaro en safari’s. Hoewel een aantal groepsleden de Kilimanjaro heeft beklommen leek dat ons een te grote fysieke uitdaging tussen het fietsen door, dus wij gingen op safari.
In onze LP reisgids staan een aantal aandachtspunten voor het kiezen van een safari-bedrijf. Één: koop nooit een safari op straat maar altijd bij een kantoor en twee: betaal nooit voordat je hebt uitgezocht of het bedrijf waarmee je gaat betrouwbaar is.
Ons plan was om de dag na aankomst in Arusha te gebruiken om een goede safari te zoeken.
Bij aankomst op het busstation in Arusha werd ons echter een lift aangeboden naar de camping. De Jeep moest er toch langs om twee dames af te zetten die de volgende dag op een drie-daagse safari zouden gaan. We gingen mee en raakten met de dames aan de praat. Zij hadden de safari geboekt in Dar es Salaam en waren al blij dat ze van het busstation werden opgehaald als teken van betrouwbaarheid van het safari bedrijf. De dames werden bij hun hotel afgezet en de safari-man reed met ons naar de camping (Héé, zou dat niet op de weg liggen?) en probeerden ons te overtuigen om de volgende dag mee te gaan.
Eigenlijk zou het ons wel goed uitkomen om de volgende dag te vertrekken, dat zou ons voor het fietsen nog twee volle dagen geven om een wasje te doen, de fietsen rijklaar te maken etc. Maar de goede raadgevingen uit de reisgids dan?
Ach, we vertrouwden er maar op dat de twee dames zich niet zouden laten beetnemen en besloten mee te gaan. Gladstone, de safari-man, wilde dan wel graag een aanbetaling van 100.000 shilling (ongeveer EUR 60) en hij zou ons de volgende ochtend om half negen ophalen.

De volgende ochtend stond de Jeep (of eigenlijk Toyota Landcruiser voor de puristen) om negen uur aan de poort, dat viel best mee. We reden langs het hotel van de twee dames en daar bleek er een vijfde persoon, een jonge Duitser, ook met ons mee te gaan. Naar het kantoor, waar aan de twee dames werd uitgelegd dat het door hen geboekte programma omwille van onze wensen was gewijzigd, niet naar een derde park op dag drie te gaan, maar naar de Serengetti plains om de migratie te zien. (Onze wensen? Zo was de safari aan ons verkocht…) de dames gingen akkoord, we betaalden en de safari man moest met onze Tanzaniaanse Shillingen naar de bank om daar weer US-dollars van te maken. Dat zou een kwartiertje duren.
Anderhalf uur later waren we bijna gereed om te vertrekken. Alleen moest onze oorspronkelijke gids (een vriendelijk uitziende rasta) om onduidelijke redenen nog even geruild worden voor Jackson, onze nieuwe gids.
We vertrokken, er moest alleen nog even worden getankt en boodschappen gedaan, zodat we om een uur of twaalf Arusha uitreden.
In de drie dagen die onze safari zou duren zouden we Lake Tangangire, de Ngorongoro krater en de Serengetti plains bezoeken. Lake Tangangire bezochten we aan het eind van de eerste middag, we zagen redelijk wat olifanten, apen en giraffes.
’s Avonds vertelde Jackson dat hij een probleem had. De Duitser Michael had een tweedaagse safari geboekt en de rest van het gezelschap moesten drie dagen worden onderhouden. Als hij een 24uurs toegangskaartje kocht en pas om een uur of 11 het park in zou gaan zou dat ons de volgende ochtend nog tot 11 uur geven om de plains te bezoeken, maar als hij Michael morgen weer naar Arusha wilde sturen zou hij om één uur weer op de bus gezet moeten worden en zo wel een erg korte safari hebben.
Wij legden hem uit dat we een driedaagse safari hadden geboekt, de volgende dag ook graag vroeg in het park wilden zijn en dat hij op dag drie maar een nieuw kaartje moest kopen en anders zijn baas maar moest bellen. Dat deed hij en wij dachten dat alles in orde was. De volgende dag gingen we vroeg naar de Ngorongoro krater. Hier leeft een enorme hoeveelheid en verscheidenheid aan dieren. Het deed bijna aan de Beekse Bergen denken, zo weinig trokken de dieren zich aan van de aanwezigheid van de auto’s. We zagen Hyena’s op de weg, zwarte neushoorns, leeuwenwelpjes, parende leeuwen, kortom teveel om op te noemen en hadden een geweldige safari.
Volgens de instructies zouden we de volgende dag om zes uur aan het ontbijt moeten zitten, een ochtend “drive” doen naar de Serengetti Plains en terug komen naar het kamp voor de lunch. Om kwart over zes was er inderdaad thee en wat biscuitjes. Om half zeven sommeerde Jackson dat we moesten gaan. Héé we zouden toch ontbijt krijgen? Nee, we zouden voor een ochtenddrive gaan en dan terugkomen voor ontbijt om op tijd het park weer uit te zijn, het 24uurs probleempje. We gingen met z’n vieren maar akkoord, onder voorwaarde dat Jackson ons na afloop weer op het kantoor zou afzetten zodat we met Gladstone de baas zouden kunnen praten. We vonden het namelijk niet echt een driedaagse safari, maar eigenlijk net een tweedaagse terwijl we wel voor drie volle dagen hadden moeten betalen. De ochtenddrive was ook nog redelijk teleurstellend omdat we (bleek achteraf) niet voldoende tijd hadden om helemaal naar de locatie van de migratie te rijden. Terug in het kamp moesten we een uurtje wachten vóór het ontbijt, en een uurtje daarna. Toen reden we terug naar Arusha. Onderweg werd ook nog een te lange lunchstop gemaakt zodat we eind van de middag pas bij het kantoor aankwamen. Gladstone was niet aanwezig maar wel een medewerker die een cursus klantvriendelijkheid had gevolgd. Na een uur zinloos gepraat, de medewerker had niet voldoende mandaat om ons geld terug te geven, werd afgesproken dat we de volgende ochtend terug moesten komen om met Gladstone verder te overleggen. Sterker nog, ze zouden ons ophalen op de camping respectievelijk het hotel.
De volgende ochtend besloten we om (een uur na de afgesproken tijd) zelf maar richting kantoor te gaan. Toen we er bijna waren werden we voorbij gereden door de Jeep, die ons net had gemist op de camping.
Het hele verhaal, driedaagse safari betaald, tweedaagse gekregen nog een keertje aan Gladstone verteld. Ook hij bleek niet in staat om ons een bedrag terug te geven (we mochten wel een middagje op excursie naar het platteland). Maar na weer een uurtje praten kwam de hoogste baas tevoorschijn. Verhaal weer verteld, baas bezorgd voor reputatie van bedrijf (voordat ik het vergeet: roots of africa) en uiteindelijk kregen we ongeveer eenderde dag terug ($ 50 per persoon). Eigenlijk meer dan dat we hadden verwacht.
Tip voor de aspirant safari ganger: zoek toch maar eerst een goed en betrouwbaar bedrijf uit, we zagen andere Nederlanders veel lekkerder eten, een lampje krijgen toen de stroom uitviel en een blijere indruk maken.

Tenslotte bereikte ons het teleurstellende bericht dat ons TV optreden een beetje tegen was gevallen. Ik was sowieso al niet gefilmd, maar Hans zijn deskundige commentaar was er ook vakkundig uitgeknipt (misschien omdat hij steeds schichtig in de camera keek denkt hij zelf). Excuses aan de mensen die speciaal voor ons de hele uitzending hebben uitgezeten. (Gwen)


3 opmerkingen:

paul zei

Beste Hans en Gwen,
De safari foto's op de site van Maria en Spiros, maar ook die van jullie, brachten weer helemaal mijn Masai Mara (Governor's Camp) gevoel (eind vorige eeuw) bij mij boven: prachtig.
Overigens is volgens mij Louise nu echt een heel andere tour d'afrique (boordevol human interest) aan het fietsen dan jullie.
m.vr.gr.
Paul

Anoniem zei

Dag Gwen en Hans!

Leuk jullie route vernomen te hebben in Ethiopie! Lalibella en Axum, mooie keuzes, niet te veel, wel apart, plus lekker zwemmen in Zanzibar.

Mijn tocht tot de grens met Kenia was nog erg naar genoegen, prachtige route en leuk om een andere (ook prachtige) route retour.

Ik wens jullie veel genoegen met het vervolg!

Hartelijke groet,
Menno (tot kenia) Arendz

Jan en de Camino zei

Hoi Hans en Gwen,

erg leuk om jullie belevenissen te lezen. En wat een prachtige foto's. Helemaal jaloers op jullie. Geniet er van. Een oud gezegde: wie veel reist kan veel vertellen. Dat gaat zeker ook voor jullie op.

Gr'n uut Gronn
Jan Legters