dinsdag 19 februari 2008

Afzien

Er kwam bij ons wat voorzichtige kritiek binnen over de weblog. Of er misschien wat meer antropologische beschouwingen en verhalen over de culturele achtergrond van de befietste gebieden opgenomen konden worden. Het volgende stukje poogt een antwoord te geven waarom we op deze punten tot nu toe in gebreke zijn gebleven.

(Door de slechte bereikbaarheid van onze weblog in Ethiopië volgt nu pas het stuk dat voor een week geleden bedoeld was. We zijn ondertussen veilig en wel in Addis Abeba aangekomen. Het verslag over onze Ethiopische wederwaardigheden volgt binnenkort.
Voor de oplettende alles-lezer die overlap opmerkt met de laatste tekst van Gwen: maak je geen zorgen, we lezen elkaars bijdragen heus wel :-). Één keer past het in de lijn van het verhaal, één keer, over de dode dieren in Soedan, denk ik leuk te zijn…
Allerlaatste toevoeging: er zijn nieuwe foto’s van Soedan!
)

AFZIEN
Na aankomst in Khartoum was er geen reden meer om te klagen over de kou. Het temperatuur verloop in onze drie dagen in de stad was 25C, 31C en 33C. Bij 25C had nog maar ruim de helft van de Khartoumezen zijn dikke winterjas aan, bij 31C was het al een minderheid. Tijdens de vier lange fietsdagen van Khartoum naar de Ethiopische grens, steeds zo’n 140 tot 150 km, ging de temperatuur verder richting normale Soedanese waarden voor de tijd van het jaar. Onze medefietsers maten temperaturen boven de 40C, tot aan 47C aan toe. Ik weet zeker dat de metingen niet voldeden aan de standaarden van het KNMI, maar midden op de dag zaten we zonder twijfel ver in de 30.

Behalve de afstand en de hitte kreeg ik een bijkomend probleem. Om te fietsen moet je eten, heel veel. En drinken, zo mogelijk nog meer, vooral als het heet is, erg heet.
Over de hoeveelheid eten die de Tour d’Afrique ons voorschotelt kunnen we niet klagen. Wel over de variatie. Elke dag waren er met lunch dezelfde pita broodjes. Hoe verder van de laatste boodschap plaats, hoe uitgedroogder. Het beleg, tomaat, komkommer, jam, pindakaas, regelmatig tonijnsalade, leverde minder problemen op, maar de broodjes kon ik nog slechts met de grootst mogelijke moeite naar binnen krijgen.

beetje stoffig beetje zoutig

Daarnaast krijgen we per dag twee energie-repen. Regelmatig zien we een uiterste consumptiedatum die al ruim verstreken is. Maar het spul is gegarandeerd 100% vrij van enig natuurlijk ingrediënt zodat we ons daar geen zorgen om maken. Wel riep de helemaal uit E-nummers opgebouwde smaak steeds meer weerstand uit de maag op.
Drinken leverde nog een groter probleem op. Het water dat we krijgen is lokaal getankt, en moet heftig gechloreerd worden om het voor ons drinkbaar te maken. Naast water krijgen we, zoals Gwen al schreef, FF (Fast Fuel). Een laf smakend drankje gemaakt uit het zelfde gechloreerde water met een poedermengsel van zout en suiker. Probeer dat maar eens weg te krijgen als het in je bidon is opgewarmd tot badwatertemperatuur. Toch moet je per dagdeel minstens een 2-3 liter water en FF wegwerken. Ik dwong mezelf, tot aan misselijkheid aan toe.

en beetje vermoeid

Je wilt drinken, heel veel drinken, maar alles wat je kan drinken staat je tegen. Je wilt eten, heel veel eten, maar elke hap staat je tegen, maakt je misselijk.
En toen kwamen we in Ethiopië. Dezelfde toestand als in Soedan, met slechts twee kleine wijzigingen. Het asfalt verdween en werd steenslag of los grind, en geen glooiende vlakte meer, maar bergen. Gwen heeft het al verteld, maar ik moet het nog een keer vermelden. Hellingen tot 13%, terwijl de Alp d’Heuz met asfalt net de 10% haalt. En dan zitten ze nog onder de doping ook. Ons beste klimprestatie tot nu toe was geloof ik de Hollandse brug tussen Amsterdam en Almere. Nu moesten we kilometers achter elkaar omhoog. Elke keer hopen dat het de volgende bocht de laatste zou zijn, steeds maar vloeken, tieren schelden omdat het weer verder omhoog ging. Eindelijk naar beneden wilde je vaart maken, maar er was nergens een glad stuk. Alles trilde, schokte, deed pijn, kilometers lang, en dan weer opnieuw omhoog.
Ergens onderweg omhoog verdwijnt alles, is er alleen nog de helling. Er is geen stoppen, er is niets anders dan omhoog moeten. Zelfs als ik wist dat ik uiteindelijk van mijn fiets zou vallen, misschien zelfs dood zou neervallen, toch zou ik doorgaan. Beter dood dan opgeven, zo voelde het op de fiets. Niets in de eeuwigheid zou me er van weerhouden die @#$%&# helling te bedwingen. Ik bedacht nog dat het volgende stadium zou zijn: was ik maar dood, dan kon ik opgeven. Een andere legitieme reden om op te geven leek er niet te zijn.
Ik tik dit een paar dagen later op een hotelkamer. Het lijken nu wel erg grote woorden. Als ik het echt niet meer had gekund had het gezonde verstand waarschijnlijk toch wel weer toegeslagen. Denk ik nu. Maar toen niet.
Na die eerste dag in Ethiopië kwam ik s’avonds om kwart voor zeven aan als allerlaatste aan. Ik kreeg een applaus van de rest. Gwen was, totaal op en verstandiger dan ik, ’s middags al in de truck gestapt, had onze tent al opgezet, en verzorgde me liefdevol (welkomswoord: ‘he, halve gare’) . Eten kon ik nauwelijks, en toen ik hoorde dat de volgende dag nog zwaarder zou zijn besloot ik mijn eerste dag in de truck door te brengen. Mijn wat meer getrainde medefietsers maakten die volgende dag mee wat ik op Ethiopië dag 1 al voor mijn kiezen kreeg. Vanuit de truck zag het er fantastisch uit. Achteraf dacht ik, had ik het ook niet moeten doen. Nog kapotter, nog dichter bij het uiterste. Wat zou het mooi zijn geweest het toch te halen.
Voor ouders en andere mensen die zich eventueel zorgen zouden aan maken: we blijven echt wel verstandig, vooral Gwen. De laatste twee dagen fietsen in Ethiopië waren gemakkelijk en ontspannen, tot Addis Abeba wacht ons alleen nog asfalt (en de Blue Nile Gorge, 1200 meter naar beneden, daarna aan de andere kant weer 1200 meter omhoog, misschien moeten de Ethiopiërs eens bekend worden gemaakt met het concept ‘brug’)

Daarom dus maar weinig nieuws over culturele zaken. We zijn alleen maar heerlijk aan het afzien. Vanaf Addis Abeba komt er verandering. Dan zijn we drie weken fietsvrij.

NAGEKOMEN SOEDAN NIEUWS
Eerste indrukken kun soms bedrieglijk zijn. Daarom wat opmerkingen achteraf.
De gemelde verkeersluwheid in Khartoum werd vooral veroorzaakt door de vrijdag gebedsdag, en de vrije zaterdag. Op zondag, een gewone werkdag, was alle rust opeens verdwenen. Met de taxi zaten we klem in een file, we deden ruim een uur over het ritje terug naar de camping.
Het liberale klimaat in Soedan werd door sommige medefietsers tegengesproken. Zij waren op de camping aangesproken door Soedanezen die vonden dat alle vrouwen uit onze groep ten alle tijden hun haar bedekt moesten houden. Daarnaast kregen mensen commentaar toen ze een rol biscuit deelden tussen mannen en vrouwen. Het zou niet goed zijn als mannen ook door vrouwen genuttigd, dus onrein, voedsel zouden eten. Het laatste vond ik een beetje eigenaardig. Zoiets had ik nog nooit eerder gehoord, in geen enkel moslimland.. Die opmerkingen over het haar bedekken waren trouwens ook vreemd. In Khartoum zelf liep minstens een kwart van de vrouwen zonder hoofdbedekking, en dat leek geen enkel probleem te zijn.
Wat wij van Soedanezen in Khartoum hoorden was dat het klimaat heel strikt Islamitisch is geweest tot een jaar of vijf geleden, maar dat sindsdien zaken veel vrijer geworden zijn.
Richting grens van Ethiopië werd de behandeling van vrouwen duidelijk minder liberaal. Uiteindelijk leverde het een bijna Noord-Pakistaans straatbeeld op. In de dorpjes bijna alleen maar mannen op straat, vrouwen totaal onbenaderbaar, meestal alleen maar zichtbaar glurend vanachter een schutting of door de deuropening.

Mijn respect voor de mummificatie techniek van de oude Egyptenaren is enigszins afgenomen. Zoals Gwen al vertelde lag in Soedan langs het eerste drukke stuk weg na Khartoum het ene na het andere kreng (dierenlijk). Alle soorten, honden, katten, ezels, koeien, dromedarissen, buffels, wat je maar kon bedenken, en in alle mogelijke stadia, opgeblazen als een ballon, omgeven door een wolk van vliegen en weeïgheid, maar uiteindelijk vaak als een perfect geconserveerde mummie. Wel hoe dichter bij de weg, hoe platter. Soms kwam je haast in de verleiding zo’n honden-haardkleedje, dromedaris of pakezeltje mee naar huis te nemen. Maar wat moet je ermee? Eenmaal thuis verhuist dat spul natuurlijk, zoals altijd, naar zolder.

(geplaatst door Tyra, want ze zijn nog steeds niet online)

3 opmerkingen:

paul zei

Beste Hans en Gwen,
Na dagen voor de berichtgeving over het verloop van jullie fietstochtje afhankelijk geweest te zijn van jullie fietsvriendin Louise Cornelis, is het voor mij een opluchting te lezen, dat jullie het nog steeds zo naar jullie zin hebben.
m.vr.gr.
Paul

paul zei

"Ook nemen we tijdelijk afscheid van Hans en Gwen. Die gaan niet mee naar de grens en dan terug naar hier, zoals de rest; ze beginnen hier al aan hun ‘vakantie’ in de vakantie, en gaan wat rondreizen in Ethiopië. We zien ze in Arusha weer. We zullen ze wel een beetje missen, we kwamen ze vaak tegen bij het fietsen en hebben heel wat samen opgefietst ook."
(info louise op haar weblog: http://fietseninafrika.web-log.nl/)

Anoniem zei

Hoi Gwen en Ha,
als je zo moet afzien heeft dat dan een hallucinerende werking of heb je het gevoel dat je nog rationeel kunt denken en bezig zijn? Als je als laatste binnenkomt zit er dan nog een bezemwagen bij je in de buurt of ben je echt alleen?
Wat zullen jullie uitkijken naar je gedwongen vakantie en hopelijk kun je er ook erg van genieten. Verslap niet want je moet nog een "stukje"!
Plezierige vakantie en we horen weer van jullie.
Marja & Albert.