dinsdag 12 februari 2008

Van Khartoum naar Gondar (Ethiopië)

Soedan
Vanuit Khartoum fietsten we richting zuid-oosten. Drie dagen van 140 a 150 km op de verharde weg. De wind was niet meer zo mee als vóór Khartoum, dus af en toe was het ploeteren. De temperatuur had inmiddels ook zijn normale meer dan 40 graden bereikt. Wel heerlijk om niet op te hoeven staan in de ijzige kou, maar de hitte op de fiets was misschien ook weer overdreven.

Vanuit Khartoum was het een drukke weg. Het leek of vooral personen werden vervoerd. Hiervoor hadden ze verschillende bussen. Kleintjes die voor elke soedanees stopte, grotere die bij de dorpjes en busstations stopte en grote snelle doorgaande met volgens de pictogrammen, airco, wc en TV die alleen maar toeterde en heel hard voorbij raasden en waar je soms voor de berm in moest duiken. Het asfalt lag meestal zo’n 25cm hoger dan de berm, dus dat was niet een actie die je graag ondernam.
De kleine en middelgrote bussen reden meestal wel netjes om je heen, maar hadden op hun voorwielen uitsteeksels zoals op de Romeinse paardenwagens, misschien om de concurrentie uit te schakelen? In elk geval voor ons fietsers ook reden genoeg om afstand te houden.

Het traject was een beetje saai, alsmaar rechtdoor met af en toe een flauwe bocht. Van pure zand en rotsenwoestijn veranderde het landschap heel langzaam in wat meer savanne-achtig, wat begroeiing, maar nog steeds erg stoffig. Weer later waren er grote velden met recent geoogste mais. Af en toe stonden er een paar hutjes bij elkaar (in eens niet meer van klei-stenen, maar rond van hout en stro) met daarbij een oogstmachine.
Een ander opvallende zaak was het grote aantal dode dieren langs de weg (van kamelen, via ezels, koeien, honden en katten naar egels). Vooral bij de grotere dieren verraadde de weeïg zoete geur al dat er een in de buurt was. We vroegen ons af waarom ook de grote dieren vaak nog compleet op de weg lagen en dat ze niet in de stoofpot werden gebruikt, maar kwamen tot de conclusie dat dit misschien om religieuze redenen was omdat ze niet ritueel geslacht waren.

Na drie dagen waren we bijna bij de grens met Ethiopië. De laatste kilometers werden we (het groepje achterblijvers) begeleid door een pick-up met een stuk of acht militairen en een grote mitrailleur achterop. De dorpjes waar we nog langs kwamen leken ook vooral militaire kampen, duidelijk een grensgebied.

De grens
Aangekomen in Gallabat, het grensdorp aan Soedanese zijde, mochten we eerst langs de politiepost om te checken of we ons steeds wel netjes bij de politie hadden gemeld. Daarna de douane, waar we (alweer) een formulier mochten invullen over de reden van ons bezoek aan Soedan en toen mochten we de brug over naar Ethiopië waar het plaatsje Metema heette.
Wij waren al gewaarschuwd dat er een lange rij was bij deze douane (wij waren natuurlijk weer als laatste binnen) en besloten daarom om eerst maar naar het kamp te gaan dat aan de overzijde van de weg lag om een soepje te eten. Toen wij 20 minuten later met onze paspoorten naar het kantoortje togen zaten er nog een aantal mensen (aan het bier dat wel) die er al meer dan 1,5 uur hadden zitten wachten.
Het systeem was als volgt: bij binnenkomst in het kantoor (een hutje met 2 bureaus, 3 medewerkers, veel papier en aan de wand kalenders van een bekend Ethiopisch biermerk) mocht je het paspoort op een stapel leggen. De bovenste op deze stapel werd door medewerker nr1 vergeleken met een handgeschreven lijst met, zo vermoeden wij, door interpol gezochte terroristen. Een Duitse jongen met een naam die teveel op één van de namen op de lijst leek kreeg zijn paspoort zelfs pas de volgende dag terug.
Na goedkeuren door medewerker nr1 werden de paspoorten op een volgende stapel gelegd. Medewerkster nr2 keek ze even in en legde ze weer terug op dezelfde stapel waar dan weer een nieuw paspoort op was gelegd door medewerker nr1, dus moest de stapel ge-reshuffeld. Medewerkster nr3 tenslotte pakte daar weer de bovenste van en schreef op een vel papier alle wetenswaardigheden over en wilde graag weten welk beroep de betreffende persoon had. Had je alledrie met goed gevolg doorlopen dan kreeg je een stempel (medewerkster nr2) en mocht je gaan.
Dit systeem had tot gevolg dat iemand die met ons mee was gekomen binnen 5 minuten weer buiten stond, terwijl er mensen waren die al 1,5 uur aan het wachten waren. Hans had het systeem snel door en zorgde dat zijn paspoort ook redelijk snel bovenop de laatste stapel kwam. Kon hij mooi de tent opzetten!
Toen ik aan de beurt was, was net het vel van medewerkster nr3 vol. Even leek het of het hiermee einde kantoortijd was, maar gelukkig bleek er nog een leeg exemplaar voorhanden. En zo waren we ineens allebei in Ethiopië.


Ethiopië
De verharde weg hield meteen op. In het dorpje was het druk, met mensen maar ook met koeien, geiten, kippen etc.
De volgende dag mochten we 100km fietsen over de onverharde weg. Het landschap was bij de grens ook ineens veranderd. Het werd groener en bergachtiger. Een lust voor onze ogen na bijna een maand woestijn. Het fietsen over onverharde wegen was weer bijzonder zwaar voor ons “ongetrainden”. Ik heb de lunchtruck op 60km net gehaald en besloot om de resterende 40km maar niet meer te fietsen. Hans fietste door. Het bleek nog zwaarder dan de ochtend, met stijgingspercentages tot 13% (op onverharde wegen). Uiteindelijk wist hij nog net vóór donker het kamp in de bergen te bereiken, redelijk uitgeput!

Onderweg waren de kinderen zo mogelijk nog enthousiaster dan in Soedan. Het grote verschil, er waren nu veel meer gemengde groepen (jongens en meisjes) en ze waren iets handtastelijker. Tot aan Gonder gingen we over het platteland, of eigenlijk door de bergen met ruraal gebied. Stromen mensen liepen met hun goederen (een mandje fruit, een zak ?, een paar geiten) naar een dorpje bovenop een berg. We vermoeden dat het marktdag was. Hier liepen de mensen nog niet met mobiele telefoons, maar vaak wel met een paraplu tegen de zon. Het berglandschap was weer adembenemend, al vertelde een local dat het hier maar een woestijn was vergeleken met een eindje verderop.

Vanwege de zware fietstocht van gisteren besloten we om vandaag allebei een rustdag op de truck te nemen (ook omdat vandaag was aangekondigd als nog zwaarder dan gisteren). Zelfs in de truck was het een behoorlijke rit en gezien het stijgingspercentage hadden wij geen spijt van onze beslissing. Tja, Hans is nu dus ook EFI af (maar dat waren er meer vandaag).
Nu dus in Gonder waar we morgen (zondag) een officiële rustdag hebben. Daarna schijnt het gelukkig weer een stukje verhard te zijn.

Op 19 februari komen we aan in Addis Ababa. De tour fietst daarna door tot aan de grens met Kenia en gaat dan weer met de bus terug. Hoogst waarschijnlijk fietsen wij dat niet mee. Dat geeft ons drie weken de tijd om wat meer rond te reizen in Ethiopië (lekker met de bus) en daarna nog Zanzibar (paar daagjes strand) en alvast wat Tanzania te zien voordat we 16 maart weer doorgaan met fietsen. Een soort vakantie van de vakantie dus. Maar niets is zeker in Afrika.
(dit bericht is geplaatst door Tyra wegens technische problemen in Ethiopië)

2 opmerkingen:

hans en renée zei

Ha Gwen en Hans,
Wat een reisverhalen.
Zo lezend zijn er voldoende mogelijkheden om "on line" te zijn met de buitenwereld. Een bijzonder avontuur dat meer training vergt? Wel weer fijn nog een vakantie in een vakantie te hebben, maar jammer dat de tocht door Kenia niet door kan gaan. In Nederland maken we ons zorgen om de rozen uit Kenia of die wel of niet op tijd voor Valentijnsdag in Nederland zijn. Zo zie je maar, alles is relatief. Mooie foto's hebben jullie al gemaakt. Hoe gaan jullie dat bij terugkomst allemaal regelen, Jaarbeurs afhuren of anderzins.
Veel succes met het vervolg en natuurlijk genieten van de komende rustige weken.
Tot mailen, Hans en Renee

Julia zei

Hallo Hans,

das sieht wirklich nach einem fantastischen Abenteuer aus. Ihr seid nicht nur mit dem Fahrrad durch Afrika gefahren, sondern habt auch noch dort gezeltet? Vom Text verstehe ich leider wenig, aber die Bilder sind toll!

Vielleicht solltest du doch einen neuen Blog starten!

Liebe Grüße,

Julia