zondag 3 februari 2008

Khartoum en de weg er naar toe

Een wat langer verslag. De volgende keer dat we kunnen internetten is waarschijnlijk pas in Gondor, Ethiopië over een dag of zes. In Addis Abeba zijn we pas 20 februari.
Er zijn foto’s toegevoegd aan Egypte, en het eerste gedeelte Soedan staat er ook.

De eerste kennismaking met Khartoum was allerhartelijkst. Vanaf de stadsrand gingen we in konvooi, onder politiebegeleiding met luid loeiende sirenes, richting overnachtingsplek. Overal bleven mensen langs de weg staan kijken. Menigmaal was applaus en zelfs gejuich ons deel. ‘Welcome, welcome’ werd er geroepen.
’s Avonds wilden we wat baklava kopen. Het is hier net zo lekker als we in Nederland van de Turk kennen. Een Soedenees die wat Engels sprak was behulpzaam bij de bestelling. Toen we wilden afrekenen, het was ruim een halve kilo van het zoete spul, stond hij erop voor ons te betalen. Meerdere keren afslaan van het aanbod hielp niets. ‘You are our guests’, legde hij uit.

Downtown Khartoum

We zitten momenteel voor één nachtje in een hotel in het centrum van Khartoum. Zojuist de highlights van de stad bekeken. Ik denk niet dat Khartoum de volgende toeristische topbestemming zal worden. Het stoffige centrum staat voornamelijk vol met overheidsgebouwen, en half afgebouwde hoogbouw. Vaak is er geen enkele bouwactiviteit te ontdekken, alsof halverwege het geld is opgeraakt en men op betere tijden wacht. Die zouden volgens alle economen al lang moeten zijn aangebroken. Soedan kent, vooral dankzij de stijgende olieprijzen, één van de snelst groeiende economieën van Afrika, en Khartoum is de plek waar al het geld verdeeld wordt.
Het centrum is opvallend rustig voor een stad van bijna 5 miljoen inwoners. Voornaamste reden is dat alle rickshaws (wij zouden ze tuk-tuks noemen) geweerd worden uit het centrum, evenals de meeste taxi-busjes. Het is heerlijk verkeersluw.
De camping hebben we voor een dag de camping gelaten. De medebewoners van de camping waren interessant genoeg. We ontmoetten bijvoorbeeld de olympische atletiek afvaardiging van Somalië, bestaande uit precies één atleet. Erg aardige jongen, hij gaat meedoen aan de 800 en 1500 meter. Hup Somalië! Daarnaast nogal wat vluchtelingen uit de rest van Soedan, maar ons is niet helemaal duidelijk geworden van waar ze kwamen, en waarom ze er zaten. Het woord Darfur is niet gevallen. Het grote minpunt van de camping is echter de locatie, aan de rand van de stad, zo’n 15 kilometer buiten het centrum. Daarnaast is het wel eens lekker eens een nachtje niet te kamperen. Zojuist gezien dat de satelliet-tv op onze kamer1092, voornamelijk Arabische, zenders aanbiedt (er zitten wel wat dubbelen tussen, ik zag een stuk of zes keer Bagdad TV langskomen). Hoe hebben we al die weken zonder kunnen doen vragen we ons nu af.

DE TOCHT
Sinds Dongela zijn we voortvarend doorgegaan. Er lag goed asfalt, en we hadden een stevige rugwind. Eerst twee dagen van 140 kilometer, daarna één van 160. De laatste dag van 70 tot Khartoum, en daarna 30 in konvooi door de stad beschouwden de meeste fietsers als een peulenschilletje. Wat is nou 100 kilometer, dat doe je normaalgesproken voor 12 uur.
Eerst ging het langs de Nijl, de laatste 300 kilometer dwars door de woestijn om de grote bocht van de Nijl naar het oosten af te snijden. Het was vrij zwaar door de Haboob, de zandstormen veroorzakende wind die meestal in december en januari waait. Overdag blies hij ons weliswaar voort, maar op de kampeerplek werd je compleet gezandstraald. De halve nacht klapperde de tent. ’s Ochtend maten we temperaturen van 6 graden in de tent, kun je voorstellen hoe het buiten was in de stormwind.
Schitterend was het om te zien hoe de Nijl zijn weg zocht door de woestijn. De niet te stoppen watermassa, een heel dun randje groen, waar mensen zich er niet mee bemoeid hebben niet meer dan twee palmenrijen en wat struikgewas dik, en gelijk daarna niets dan woestijn. Je kon zowat een liniaal langs de scheiding leggen.

DE SOEDANEZEN
Door de beelden van Darfur en het beertje Mohammed heb je je al een bepaald beeld van Soedan gevormd. Een arm, moslimfundamentalistisch land. Natuurlijk ligt de werkelijkheid genuanceerder.
De eerste paar dagen leek Soedan op een vriendelijker, afgezwakt Egypte. De kinderen riepen over het algemeen ‘Welcome’ of ‘Hello’, soms ‘pen’, of ‘money’. Een enkele keer waren ze echt vervelend. De volwassenen waren altijd voorkomend, als je een kort gesprekje met ze aanging werd je al snel bij ze thuis uitgenodigd. En iedereen wilde steeds maar op de foto, kinderen zowel als volwassen.. ‘Camera, camera’ riepen ze dan.
Vrouwen benaderden ons op een erg open manier. Het leek in niets op wat ik van bijvoorbeeld Pakistan ken. Zelfs de enkele vrouw in niqaab, alleen een streepje met ogen zichtbaar, zwaaide enthousiast naar ons als we langskwamen.
Soedan leek ook een land in snelle ontwikkeling. Veel nieuwe, keurig onderhouden gebouwen, veelal met een overheidsfunctie..
Vlak voor Dongola veranderde het beeld. De mensen werden wat ingetogener. Wij moesten meestal als eerste groeten. Dat werd wel bijna altijd, ik zou haast zeggen blij verrast, beantwoord. Kinderen bleven vaak op een afstandje alleen maar kijken. Wie waren die vreemde mensen.
Na Dongola veranderde het beeld verder. Langs de Nijl was het echt pure armoede. Vooral kinderen waren gekleed in bijna vodden, smerig, namen geen moeite de vliegen die hun constant lastig vielen weg te jagen. Men leefde van het hoeden van geiten, kamelen, en wat landbouw langs de Nijl. Een winkeltje had wat zakjes zeeppoeder die ze bij ons als gratis samples door de brievenbus gooien, drie schriften en wat onbestemde stukjes zeep.
Een jongen bekeek me van een afstandje. Toen ik mijn hand uitstak deinsde hij verschrikt terug. Foto’s vond men vaak geen goed idee. Ik zag de eerste keer dat vrouwen zich omdraaiden als ik eraan kwam. Maar dat werd waarschijnlijk vooral veroorzaakt omdat ik, nogal cultuur insensitief, in korte broek op weg was naar de Nijl.
Maar ook op het laatste stuk, als je maar een fatsoenlijke broek aanhad, en wat meer moeite deed voor de eerste kennismaking, bleven de mensen uiteindelijk allervriendelijkst en verwelkomend.

DE PRIJZEN
Een vergelijking op financieel gebied voor wie nog twijfelt tussen Egypte en Soedan als vakantiebestemming. De gemiddelde Egyptische middenstander hanteert ten opzichte van de toerist een volkomen geliberaliseerd prijsbeleid. In Luxor wilden we een zak chips kopen, in Egypte net zo’n doorsnee artikel als bij ons . ‘30 pounds, but for you special price, 25 pounds’. Dat zou ruim drie euro zijn. Uiteindelijk kregen we de zak voor 5 pond. Daarna wilde degene die ons hielp nog graag een briefje van 50 piaster (een half pond) wisselen voor twee briefjes van 20 pond, en één van tien. Daar zagen we maar vanaf.
Voor een kopje chai (thee in een klein glaasje met een flinke eetlepel suiker, net zolang geroerd tot alles is opgelost) betaalden we in het begin 2,50 pond, in de buurt van Aswan kwamen we uiteindelijk op een half pond.
Van Soedan zou je juist kunnen zeggen dat ze het meest starre prijssysteem ooit hanteren.. Speciale prijzen voor buitenlanders kent men ook. Het gaat echter volgens een systeem dat geniaal is in zijn eenvoud. Sinds kort kent Soedan een nieuwe munt, het Soedanese pond. Daarvan gaan er twee in een dollar, drie in een Euro. In Soedan kost (bijna) alles voor de toerist simpelweg één pond. Maakt niet uit wat je koopt. Flesje cola, chai, koffie met of zonder melk, klein flesje afwasmiddel, broodje falafal zonder ei, broodje falafel met ei, broodje kip shoarma, fuul (bonen met wat zout en kruiden) alles is één. Pas hier in de grote stad doet men af en toe ingewikkeld. Een flesje cola kregen we in een winkel voor 0,60 pond. Nodeloos ingewikkeld!
(Hotels en restaurant eten zijn trouwens wel redelijk aan de prijs hier. Boven Egyptisch niveau zou ik zeggen).
Als laatste tip voor de potentiële Soedan-ganger: neem voldoende toiletpapier mee als je niet alles met je linkerhand wil afhandelen. In Noord-Soedan is toiletpapier überhaupt niet te krijgen. In Khartoum kosten twee rollen toiletpapier 6 pond, dat is bijna een euro per rol.

OP ORDE
Vooral door krachtig ingrijpen van Gwen hebben we nu eindelijk de zaken rond red box en permanent bag op orde. Voor degene die nog niet volledig is ingevoerd in de Tour d’Afrique terminologie: de red box kunnen we elke dag bij, de permanent bag is alleen beschikbaar op rustdagen, gemiddeld eens in de vijf-zes dagen. Probleem van de red box is dat de afmetingen beperkt zijn, en dat je niet elke dag eindeloos wil passen en meten in de vroege ochtend koude. Behalve onze fietskleding hebben we nu elk 4 of 5 onderbroeken ter beschikking en 1 t-shirt. De rest bleek totaal overbodig. Je loopt gewoon 5 dagen in dezelfde fietskleding, het enige wat je echt uit wil doen is je fietsbroek. Ik wilde één en ander nog wel wat verder doorvoeren. Als ik eenmaal op een bepaald pad ben gezet, ben ik soms niet meer te stoppen.. Mijn ultieme voorstel was om met één fietsbroek dag en nacht gedragen, vier maanden lang, de hele Tour d’Afrique te doen. Die fietsbroek zou ik dan terug in Nederland bij opbod verkopen voor een goed doel. Gwen vond het geen goed idee.

Fysieke staat Gwen en Hans: Na twee dagen rust is de vermoeidheid uit het lijf verdwenen. Beiden hebben we zo’n gebarsten onderlip die je altijd in films ziet als mensen na één of ander ongeluk een lange tijd bijna zonder water door de woestijn trekken. Af en toe wel wat pijnlijk, vannacht werd ik wakker toen mijn beide lippen aan elkaar waren geplakt, maar verder voornamelijk stoer voor foto’s.

Mentale staat Gwen en Hans: Los van hoe verschrikkelijk het is voor de Kenianen, maar de teleurstelling dat Kenia niet doorgaat lijkt bij ons minder dan bij de andere groepsleden. Noord-Kenia zou een soort reprise van Noord-Soedan zijn, alleen langer, nog slechtere weg, en heter. Voor een dag of 10 ‘vrij’ in Tanzania valt ook wel wat te zeggen. Wij gaan waarschijnlijk bijkomen op Zanzibar, en wat rondreizen. De meeste overige groepsleden willen de Kilimanjaro te lijf. In vijf tot zes dagen in kou en nattigheid naar 6000 meter klimmen, om daar in de laatste sneeuw te staan, met een kans van één op drie dat je het door hoogteziekte wordt geveld. Op de één of andere manier klinkt een tropische strand aantrekkelijker.
(Hans)

2 opmerkingen:

Anoniem zei

Hans je begint al sprekend op de kameel op de foto voor je te lijken. Zelfde blik.
Mooie beelden, de moeite waard. Ik ben wel blij dat ik er niet zo ver voor hoef te fietsen.
Groetjes, Desirée

Anoniem zei

In Afrika heb je er niet zoveel aan maar Ernesto Illy is dit weekend overleden.
Drinken jullie onderweg wel eens koffie of espresso?
Weten jullie al iets definitiefs over de route door Kenia?
Succes en hou vol. Gwen ik heb gezegd dat jouw EFI resultaat boven dat van Hans ligt dus praat hem een keer de bus/auto in.
Succes, Albert.