vrijdag 3 juni 2011

Bijna in Istanbul en een gedicht

Ik ben er bijna, nog 70 kilometer naar Istanbul. Het stuk in Turkije zal niet in de top 5 mooiste ritten komen. Van Edirne naar Istanbul betekent 220 kilometer op de vluchtstrook van de snelweg. Laten we zeggen van Maastricht naar Amsterdam op de fiets over de A2. Er is wel een iets rustiger alternatief. Maar dat loopt over nog meer heuvels, terwijl ik nu al het één na hoogste aantal hoogtemeters op één dag scoorde.
Ik doe overigens niets tegen de wet, fietsen is toegestaan. Dat moet ook wel, vaak is het de enige verbindingsweg. Behalve een tolsnelweg, daar mag je echt niet op fietsen.
Om de haverklap wordt er getoeterd. Meestal is het een vriendelijke groet, maar een enkele keer is de boodschap 'je fietst wel op de vluchtstrook, maar ik wil daar iets doen, en als (vracht)auto heb ik de oudste rechten, wegwezen met die fiets'. Van elke toeter schrik je opnieuw. Daarna moet je 9 van de 10 keer vriendelijk terugzwaaien, en de 10de keer maken dat je wegkomt.

Mijn banen (rechts) en de banen voor de auto's

Aan het begin van de rit uit Edirne was er soms nog enig soelaas. Men was bezig met de weg, hele stukken werd al het verkeer op twee banen geleid. Als fietser nam ik de twee afgezette banen, een heerlijk breed fietspad helemaal voor mijzelf.
Hoe dichter bij Istanbul, hoe meer industrie. Hoeveel stank, herrie en lelijkheid kan de mensheid produceren ga je je afvragen.
Milieuregels voor uitlaatgassen zijn hier duidelijk minder streng dan bij ons. Ik denk dat thuis op de bank drie pakjes sigaretten roken gezonder is dan deze rit. Ironisch genoeg was ik gisteren bij een Turks gezin te gast, en de gastheer rookte die drie pakjes per dag daadwerkelijk. Nog nooit zo weinig zuurstof op een dag gehad.
Ik overnacht nu in Silivri, een toeristen- en vissersplaats aan de zee van Marmara. Even weg van de snelweg. De zee van Marmara, alleen al voor de naam wil je er aan overnachten.


Turkse gastgezin, dochter was al naar school

Afgelopen nacht, zoals gezegd, overnacht bij een Turks gezin. Ik vroeg een stel taxichauffeurs in Çorlu naar een hotel. Op voor mij niet helemaal te volgen wijze lagen opeens mijn fiets en spullen achterin een auto en was ik op weg naar een overnachtingsplek in een buitenwijk. Dat was ongelooflijk gastvrij. Nog wel twee kritische noten. Turkse mannen roken veel te veel. En door een Nederlandse bril bezien mag er ook wel eens wat aan vrouwenemanipatie worden gedaan. De man doet eigenlijks niets anders dan bestellen. Vrouw en dochter voeren uit.

GEDICHT
Ik heb het tweede gedicht in mijn leven geproduceerd. Even los van Sinterklaas dan.
Weken aan gewerkt, geschrapt, toegevoegd, opnieuw geschrapt. Uiteindelijk zag ik in dat een lange tocht zoals deze alleen goed tot uitdrukking zou worden gebracht door juist een kort gedicht. Een hele lange rit, een heel kort gedicht.
Ik wist dat Mohammed Ali ooit eens een heel kort gedicht had uitgesproken voor ik geloof een groep studenten. Maar ik ben vergeten of het nu

You
Me


was of

Me
We


Beiden kunnen indrukwekkend zijn, mits goed voorgedragen.
Ik zie dat het de tweede was. Degene die rijmt. Die metrum heeft, dat klinkt beter.
Nog twee voorbeelden van ultra korte gedichten:

I
Why?

Ik
Stik


Nu die van mij. Metrum mist, maar dat hoeft toch niet?

Ik
Fiets


Op de dagen dat ik de verhouding tussen fietsen en andere activiteiten echt te scheef vond had ik opeens wel metrum.

Ik
Fiets
En verder helemaal niets


Ik wacht op een uitnodiging om met Giphart en Campert door het land te trekken en overal mijn gedicht voor het voetlicht te brengen.
Poetry International is in Utrecht, daar kan ik lopend naar toe. (Nee dus, Rotterdam tegenwoordig. Neem ik de trein.)
Voor de internationale markt werk ik aan de Engelse vertaling. Heel moeilijk. Als je niet oppast valt er zo een laag weg. Beste wat ik tot nu toe heb:

I
(Bi)cyle


Hé, wel met metrum, of in ieder geval klinkerrijm!
Maar voorgedragen werkt het niet zo goed.
(En dat allemaal op de euforie van er bijna zijn.)



Geen opmerkingen: