maandag 6 juni 2011

Klaar

Ik ben er. Als je een beetje doortrapt, 3456 kilometer zegt mijn administratie, dan kun je best een eind komen. (3456, interessant getal, zou daar nog een boodschap in zitten? Ja, dat toeval bestaat.)

EMOTIES
'En, wat ging er door je heen toen je in Istanbul arriveerde?' is een voor de hand liggende vraag.
In eerste instantie vooral blijdschap dat ik het overleefd had. Niet de hele tocht naar Istanbul, maar de laatste dag.

De koepel van de Aya Sofia

Wat een helletocht. Zoals ik eerder schreef fiets ik bijna het complete Turkije gedeelte over de vluchtstrook van de snelweg. De laatste dag, 70 kilometer nog naar Istanbul, ontbrak die vluchtstrook meestal. Alsmaar over de witte lijn, een paar keer snel in de steenslag of blubber van de berm vanwege een te heftig toeterende vrachtwagen. De twee banen naast me werden er drie, de heuvels bleven maar komen, het verkeer werd steeds agressiever. En het was heet. Overdadig zweet liep in mijn ogen en maakte het stuur glad in mijn handen. Na het tweede klaverblad waar ze links en rechts met 80 km per uur langs me heenraasden besloot ik dat het genoeg was. Precies op het goede moment bleek achteraf. Ik belandde in een rijke voorstad waarvandaan ik rustig langs de kust richting centrum kon rijden. Geen heuvels meer, en een heerlijk verkoelend zeewindje. De laatste tien kilometer was er zelfs een fietspad. Het concept fietspad was de plaatselijke bevolking nog niet helemaal duidelijk. De strook asfalt werd vooral gezien als een handige plek om op zaterdagmiddag een barbecue te houden. Door kebab-walmen en zwarte-grijze hoopjes uitgebrand houtskool zocht ik mijn weg.

Ik had me voorgenomen te stoppen bij het bord 'Istanbul', maar dat bord is er niet geweest. De brok in de keel was er toen ik voor het eerst rustig langs de zee reed. En toen een moutainbiker vriendelijk naar me belde met daarbij een blik alsof hij wist dat ik zeven weken geleden uit Utrecht was vertrokken en dit mijn laatste dag was. (O, en nu ik dit intik. Snik.)

Gezellig in de Aya Sofia en de bazaar

Sinds gisteren ben ik een anoniem onderdeel van de enorme stroom toeristen in Istanbul. Ik heb er over gedacht om met al mijn bagage op mijn fiets rondjes door Istanbul te gaan fietsen zodat ik nog wat bewondering en lof zou kunnen oogsten. Maar die bewondering en lof laat ik maar aan jullie over als ik weer terug ben in Nederland :-).

Binnen niet al te lange tijd volgt een grondige evaluatie. Met mijn foto's loop ik hopeloos achter. Eens kijken of er nog wat leuks tussenzit vanaf Oostenrijk en verder.
Als pre-evalutatie kan ik nu al verklappen dat één van mijn belangrijkste doelstellingen is gehaald. Al minstens twee weken zakt mijn broek steeds af, gisteren heb ik eindelijk een gaatje in mijn riem erbij geboord. Vanavond heb ik mezelf gewogen bij één van de mannetjes die met een weegschaal op straat zitten. 82 kilo nog, met alle kleding erbij. Minstens 6 kilo eraf in 7 weken. Daar kunnen de weight-watchers volgens mij niet tegenop.

De moskee roept op tot gebed, de stad trekt zich er niets van aan, alle herrie gaat gewoon door. Voor mij roept de plicht als toerist, ik moet weer wat gaan bekijken.

Nou, dat klinkt wel heel blasé. Istanbul is een fantastische stad, zowel qua sfeer als qua bezienswaardigheden. De stad is het middelpunt van de booming Turkse economie en mede daardoor een smeltkroes van immigranten van heinde en ver. De bezienswaardigheden beslaan een historie van minstens 2000 jaar. Mijn favoriet is de Aya Sofia. Dat ze zo'n enorme koepel toen al, in de 6de eeuw, konden bouwen. Met de kanttekening dat ze hem weliswaar konden bouwen, maar niet voor de eeuwigheid. De koepel is menigmaal gedeeltelijk of geheel ingestort, zie voor alle deails http://en.wikipedia.org/wiki/Hagia_Sophia.
Eveline en Sake nog bedankt voor alle up-to-date tips over Istanbul!
Erg leuk was dat ik in Istanbul Ton en Helene ontmoette. Niet bij toeval, wel met enige hulp van mail en telefoon. Ton ken ik van de Tour d'Afrique. Gezamenlijk eten is toch een stuk gezelliger dan in je eentje naar een bord zitten te kijken.
Alleen in de moskee

O, ik heb nog wat. Sinds Duitsland al, vrucht van uitgebreid onderzoek en lang nadenken. De oplossing voor het probleem van het schaduwrijke bankje.

HET SCHADUWRIJKE BANKJE
Iedere fietser ken het verschijnsel. Het is heet, en de hele tijd zie je heerlijke schaduwrijke bankjes. Als het echt teveel wordt besluit je te pauzeren. Maar hoe lang je ook doorfietst, opeens staan alle bankjes in de volle zon. Daarvoor stoppen heeft weinig zin, je gaat alleen maar meer transpireren. Uiteindelijk besluit je toch maar een bankje in de zon te nemen. Na een pauze die meer kwaad dan goed doet ga je weer verder, en binnen een kilometer, misschien een keer twee: daar staat hij, het perfecte schaduwrijke bankje. In Duitsland, tijdens de Paas-hittegolf, overkwam me dit meerdere keren. Opeens wist ik de oplossing. Ik stopte voor de zeg maar zonnebank. Raakte even met de fietsbroek de bank aan, verrichte nog een andere willekeurige actie zoals mijn pet rechtzetten, stapte weer op de fiets en reed naar het volgende, perfecte schaduwrijke bankje om daar heerlijk bij te komen. Het werkte, echt, elke keer weer.
Dus als je een keer fietst op een warme zomerdag, je weet wat je moet doen om heerlijk in de schaduw bij te kunnen komen.

1 opmerking:

bob zei

Hans, gefeliciteerd met het halen van de eindstreep. Mijn dochter vroeg zich af of je ook terug gaat fietsen, zoals je ook doet als je een dagrondje in NL maakt. Zelf maak ik de vraag wat makkelijker: je hebt nog tijd en geld zat en hoeft nog lang niet te werken en je vriendin zal je in elk land een dag brzoeken. Ga je dan weer terugfietsen?
Mocht je toch terugtreinen of -vliegen dan ben je misschien nog op tijd voor de 11-stedentocht, a.s. pinksterweekend.
In de 70-er jaren reed ik zo nu en dan in Frankrijk ook over de snelweg bij gebrek aan andere wegen of teveel omrijden naar mijn zin. Dat waren niet Peages, want daar kom je als fietser niet op, maar RN's die af en toe ook snelweg zijn). Heerlijk die zuigende vrachtwagens en slingerende caravans - dat we nog leven!

Bedankt voor je mooie en leuke teksten en scherpe analyses.

Bob