vrijdag 22 april 2011

Inzwischen entlang des Rheins

Ik ben aangekomen in Bingen, een stadje langs de Rijn. Er is een museum over de stad en Hildegard von Bingen. Van die laatste had ik wel eens vaag gehoord. Een middeleeuwse kloosterzuster die als eerste allerlei kennis van geneeskrachtige kruiden systematisch verzamelde. En was ze ook niet een soort van filosofe en mystica? En er was ook nog iets met muziek, toch? (oké wikipedia weet het weer veel beter.) Zeker interessant. Maar als ik voor de deur van het museum sta is het half zes. Om vijf uur is de laatste bezoeker naar buiten gewerkt.
Dat is niet de eerste keer dat het me overkomt, dat alles dicht is. Die Ilja Pfeiffer, elke dag een stukje verder dan kom je er vanzelf, heeft gemakkelijk praten (zie eerdere bijdrage). Ik heb geen Russische vriendin bij me, maar moet begin mei in Wenen zijn om Gwen te ontmoeten. Om dat voor elkaar te krijgen ziet mijn dagindeling er nu als volg uit: 7 uur wekker, half 8 ontbijt, tussen half 9 en 9 op de fiets, net iets meer dan 100 kilometer fietsen, overnachtingsplek zoeken -dat is dan zo rond 4-5 uur-, bijzonder uitgebreid douchen, door stadje lopen om te zien wat ik allemaal had kunnen zien als ik eerder was geweest, veel eten, foto’s bekijken en belevenissen opschrijven, om 10 uur naar bed.
Overdag iets bezoeken gaat ook niet echt. Wat moet ik met mijn fiets waarop mijn hele hebben en houden zit.
Op de fiets heb ik er een filosofie bij bedacht. Tijd genoeg om over van alles en nog wat na te denken. Ik zie van alles alleen de buitenkant, niets van de binnenkant. Maar de binnenkant dat is zoveel, daar is geen beginnen aan. Oké, ik geef toe, op de fiets bedacht leek het idee sterker dan wanneer ik het nu zo intik.

HET VERLEDEN
Nog vergeten te melden. In Kalkar, op mijn relaxdag toen Gwen er nog bij was, naar het Joodse kerkhof geweest. Het was een moeizame onderneming. We waren er helemaal omheen gelopen, maar alle hekken bleken dicht. Bij de toeristeninformatie waren ze duidelijk bekend met het probleem. ‘Sie mussen einmahl richtig prügelen’. Met die instructie lukte het. De laatste Joodse begrafenis was in 1969 geweest. Bernard Deczenik, geboren 1892, wat voor leven zou hij hebben gehad?

Met een Duitser waarmee ik een tijdje op fietste besprak ik van alles en nog wat. Uiteindelijk kwamen we ook op de oorlog, en ik vertelde dat Rotterdam was gebombardeerd. ‘Das wusste ich nicht’ zei hij. Nee, niet ‘Wir haben das nicht gewusst’. Bovendien betoonde hij zich duidelijk schuldbewust. Terwijl hij hooguit 35 was, zelfs zijn vader kon nog gemakkelijk van na de Tweede wereld oorlog zijn geweest. Bij psychologie leerde ik ooit dat je zeker drie voorgaande generaties met je meedraagt. Dan zouden zijn kinderen zich ook nog schuldig kunnen voelen.

FERTIG MACHEN
De overnachtingen zijn tot nu toe erg afwisselend. In Düsseldorf ging ik naar de jeugdherberg. Ik had gehoord dat ze ook ‘Einzelzimmers’ hadden. Die waren helaas op, maar ik kon wel in mijn eentje een 4-persoonskamer huren. Dan was ik al voor 4 * 29 euro klaar. Dan toch maar op een gevulde 4 persoonskamer. Kamergenoot één was denk ik een Japanner, maar misschien ook wel een Koreaan. Op alles wat ik vroeg antwoordde hij ‘Only little english’. Kamergenoot twee was een Duitser van tegen de 40. Dan moet je wel echt een loser zijn als je op je veertigste nog in een jeugdherberg zit. De derde kamergenoot kwam om kwart voor 2 ’s nachts opdagen. Hij deed alle lampen aan in ons kamertje, en ging eens rustig zijn bed opmaken. Daarna ging hij met het beddenlampje aan nog een half uur met zijn mobiel spelen.


In Remagen, de volgende overnachting, besloot ik voor een pension te gaan. Er werd me uitgelegd dat er nog wat tijd nodig was om de ‘Zimmer fertig zu machen’. Ach, ik kon nog wel even wachten. Toen ik mijn spullen naar twee hoog had gezeuld zag ik de kamer. Twee kanten van een Ikea bed waren al aan elkaar geschroefd, de rest stond verspreid rondom een uitgevouwen handleiding in een verder lege kamer. Dat was niet helemaal wat ik onder ‘fertig machen’ had begrepen. Ik ging maar in bad dobberen, waar ik verwachtte de luid uitgeschreeuwde Duitse vertaling van ‘maar waar is die kutschroef dan’ op te vangen. Maar het bleef kalm, en ik heb die nacht heerlijk geslapen.

In Bingen is het tot nu toe helemaal een waanzinnig avontuur. Maar dat vertel ik wel als ik weet hoe het afgelopen is. Al wel vast een foto van de plek waar ik mijn fiets mocht neerzetten.

2 opmerkingen:

Anoniem zei

Haha wat een leesgenot is dit.
Jij gaat toch ook nog wel een keer een boek uitgeven hè?
Foto's Tahiti zijn in aantocht (echt waar!)
Gr Flora

Anoniem zei

dit is een test