zaterdag 30 april 2011

Rustig aan

Ik heb twee dagen achter elkaar slechts 60 kilometer gefietst. Een geniaal concept. Het lijkt wel vakantie. Zelfs met uitgebreide pauzes doe je het in een uur of vier. De rest van de dag kun je allerlei andere dingen doen. Zoals de trein terugnemen naar Regensburg, maar daar over zo meteen meer.

In Bogen, de eerste overnachting na Regensburg, heb ik de bedevaartskerk bekeken. Hoog op een heuvel heb je een prima uitzicht en kan je in de kerk het Mariabeeldje zien dat 500 jaar geleden onbeschadigd aanspoelde op een rotspunt in de Donau. Mocht je mee willen lopen met de grote kaarsenprocessie dan moet je op de eerste Pinksterdag in Bogen zijn.
Nu zit ik in Vilshofen nog een klein stukje van de Oostenrijkse grens. Morgen door Passau en dan het volgende land in.

Ondertussen zie ik op tv de samenvatting van de ‘Traumhochzeit’ (Prins William en het burgermeisje Kate). De Duitse tv heeft het nog net niet nagesynchroniseerd, maar de commentator legt werkelijk alles uit. ‘Und jetzt antwortet Prinz William: ja’.
Dat is me sowieso opgevallen de keren dat ik de tv aandeed in hotels. Het zenderaanbod is ‘fast hunderdprocentig Deutsch’. Een enkele keer vond ik CNN op kanaal 37 of zo. Maar geen BBC, Turkse of Franse zenders. Laat staan Studio Sport.

ACHTERGELATEN ZAKEN
De lijst van zaken die ik heb achtergelaten telt tot nu toe drie items:
1. Tandenborstel
2. Fietsbril
3. Meine Handy (ik gok op Die Handy, dus dan toch meine), oftewel mijn mobiel

Ik zal één en ander toelichten.
Ik poets mijn tanden altijd onder de douche (waarom heb je anders een weblog dan om dit soort zaken te vertellen). Ooit las ik het als tip voor mensen die het uiterste uit elke dag willen halen, win drie minuten door tandenpoetsen en douchen tegelijkertijd te doen. Ik doe het meer omdat ik onder de douche staan wel lekker vind.
Thuis geeft deze gewoonte geen probleem, behalve soms wat gesputter van Gwen. In hotels gaat het wel eens mis. Je laat de borstel in de douchecabine liggen, en checkt bij vertrek alles, behalve de douche. Dat overkwam me nu dus ook weer. En nog wel de zaterdag voor Pasen. Toen ik er achterkwam, ’s avonds, wist ik dat ik tot dinsdagochtend tandenborstelloos door het leven zou moeten. Hè, bàh. Ik zou natuurlijk het hotel om een tandenborstel kunnen vragen. Maar wat is dat in het Duits? Zahnenburstel kan gewoon niet goed zijn. Bovendien had ik het idee dat de mensen in het hotel me toch al een beetje een vreemde snoeshaan vonden.
Opeens wist ik het! Voor het schoonmaken van de ketting en cassette (wielerjargon voor zeg maar achtertandwielen) had ik een oude tandenborstel bij me. Hij zag er nogal vettig zwart uit, schoonmaken ging moeizaam. Zelfs zeep hielp niet echt. Maar toen ik er tandpasta op deed, en er mijn tanden mee poetste, kwam hij opeens schoon uit mijn mond. Het vettige zepige smaakje in mijn mond verdween pas na flink spoelen. Maar de paasdagen waren mijn tanden fris en blinkend wit. En ik voelde me meer één met mijn fiets dan ooit. Ik wil het niet meteen iedereen aanraden, maar samen dezelfde tandenborstel delen schept echt een band.

Of ik al bruin ben? Op sommige plekken meer dan andere

Mijn fietsbril verdween opeens van mijn stuur. Ik had op een terrasje wat gegeten, en mijn fiets de hele tijd in het oog gehouden. Daarna nam ik iets verderop een foto. Ik bleef mijn fiets in de gaten houden. Even stond een man met een invalide jongetje in een rolstoel dicht bij mijn fiets, maar alles was afgesloten, wat viel er te halen. Eenmaal terug kon ik nergens mijn fietsbril meer vinden. De enige mogelijke kandidaat voor wederrechtelijke toeeigening was de man met het invalide kind. Voordat ik op het terras was gaan zitten had ik een tijdje rondgereden over de hobbelige keien van het stadje, de bril al in het stuur gestoken. Onwaarschijnlijk, maar misschien was ik hem toen al verloren. Kortom, ik durfde de man niet zomaar te beschuldigen. Ik bedacht wel een slimmere manier, de man vragen ‘heeft u gezien of er iemand bij mijn fiets is geweest want mijn bril is verdwenen’, en dan kijken hoe hij reageerde. Maar zelfs dat deed ik niet. Op de één of andere manier had het met het jongetje te maken. In Regensburg heb ik een bril voor 5 euro gekocht, zit prima.

Gisteravond miste ik opeens mijn mobiel. Minstens eens per dag zet ik hem aan, stel dat er een urgente boodschap van thuis is. Maar nu viel er niets aan te zetten. Tja, ik had hem opgeladen in Regensburg, wist ik al snel. Aan een stopcontact achter een stoel gehangen. Daar hing hij nu misschien nog. Maar dat was ondertussen wel 60 kilometer terug. Fietsen leek me een beetje overdreven. Maar gelukkig was er een station in Bogen. Best een handig ding, zo’n trein. Voor 21 euro was ik in drie uurtjes retour, en weer de blijde bezitter van een mobiel.

OOSTENRIJK ALWEER

Passau, nog net Duitsland

Ondertussen alweer een dag verder. Ik ben aangeland in Oostenrijk. Vandaag bijna 110 kilomeer gefietst. De inhoud van twee relaxte dagen in één dag, daar word je best moe van. Uitgebreider verslag volgt nog. Als eerste constatering alvast: Oostenrijkers lijken wat eerder geneigd tot een gezellig praatje. Duitsers zijn uiterst vriendelijk wat begroeten betreft. In winkels of hotels werd ik bijna altijd door het voltallige personeel met een ‘gutentag’, ‘servus’ of ‘gruss Gott’ ontvangen. Maar van praatjes leken ze niet te houden. Als ik zelf het initiatief nam werd er soms bijna schrikachtig gereageerd. Oostenrijkers toonden zich op deze eerste dag veel meer gezellige leuteraars.

1 opmerking:

Anoniem zei

Dingen vergeten? Rustig aan doen? Rare hygiëne? Tjsa, je wordt nu toch echt een dagje ouder... ;)
groeten,
Tyra