vrijdag 18 januari 2008

Morgen weer op de fiets

Alweer aan het einde van de rustdag. Vanaf de aankomst gisteren niets dan genieten. Gisteravond het lekker laat gemaakt (kwart voor negen pas naar bed), en vanochtend heerlijk uitgeslapen (tot kwart over zeven maar liefst). Vandaag de hele dag heerlijk een beetje aangerommeld. De fietsen zijn schoon, de bagage is compleet herordend, en mijn kapsel kan nu zes woestijn overnachtingen achter elkaar met gemak aan.

Na 6 dagen woestijn

Voorbereid op nog 6 nieuwe woestijndagen











Maar morgenvroeg om kwart voor zes gaat de toeter van de truck weer. Het ontbijt wordt geserveerd. Zo snel mogelijk na zeven uur willen we weer op de weg zitten. Dit keer van Luxor naar Idfu, 120 kilometer, dus een makkie. De dag erna naar Aswan, ook weer zo’n ‘gemakkelijke’ dag van 120 kilometer. Het gemakkelijke schuilt in de heersende noordenwind. Mocht die het laten afweten, of zelfs gedraaid zijn, dan wordt het een heel ander verhaal. Vanaf Aswan op de boot over het Nassermeer naar Soedan. En daarna het noorden van Soedan in. Volgens sterke geruchten zijn de Chinezen daar alles aan het asfalteren. Ik kan er alleen maar voor zijn. Lang leve de vooruitgang. Maar dat zal pas echt duidelijk worden als we er daadwerkelijk zijn.

Gwen en ik hebben een verdeling gemaakt qua bijhouden van het weblog. Gwen neemt het praktische verslag voor haar rekening, ik doe meer de beschouwelijke invalshoek. Een beetje zoals thuis, waar Gwen ook meer de lopende zaken ter hand neemt, terwijl ik vooral beschouwend op de bank zit. Maar net als thuis, waar ik de vuilnis buiten zet als ik het niet vergeet, de helft van het koken, boodschappen doen en afwassen voor mijn rekening neem, zelfs hoofdverantwoordelijke voor de koelkast ben, en Gwen ook wel eens wereld-beschouwend op de bank zit, zal de scheiding niet absoluut zijn.

FIETSEN VERSUS REIZEN
Hans beschouwt: Tour d’Afrique, dat is fietsen (Tour) en Afrika zien (d’Afrique). Mijn indruk van de eerste week is dat de meeste medegroepsleden meer fietsers dan reizigers zijn. De gesprekken gaan meer over al dan niet het grote voorblad gebruiken, hoe de ketting te smeren, of welke band te gebruiken, dan over eerdere reizen of de eigenaardigheden van de landen waar we doorheen zullen gaan reizen.
De opzet van de Tour d’Afrique maakt contact met de lokale bevolking zeker niet onmogelijk, maar moedigt het ook niet aan. We lijken nog het meest op een klein westers dorp dat door Afrika trekt. Of klein westers dorp, bijna middelgroot. Onze karavaan telt 55 fietsers die van begin tot einde meedoen. Daarnaast een stuk of 10 ‘sectional riders’, die haken ergens onderweg af om voor anderen plaats te maken. Dan is er nog een staf van een bijna 10 personen, en een stuk of 15 Egyptisch politiemensen die ons constant begeleiden. Bij elkaar negentig personen. Het vervoer bestaat uit twee grote overland trucks en bus. Die bus wordt in Soedan vervangen door een derde overland truck. De Egyptische politie brengt ook nog een pick-up truck of drie mee. Deze hele karavaan trekt door Egypte. Overdag fiets iedereen overigens voor zichzelf. Dus het kan gemakkelijk gebeuren dat Gwen en ik lange tijd met z’n tweeën fietsen. Maar bij de lunchstop is het weer een drukte van belang. Salades, Egyptische brood en vele potten pindakaas en jam staan voor ons klaar. Ook het ontbijt en het avondeten gebeurt in ons eigen ‘dorp’. Als we ergens onderweg stoppen in een tentje langs de weg voor een Cola is het zeer waarschijnlijk dat er al een stel andere Tour d’Afrique rijders zitten. Maar misschien wordt dat later anders als we in drukker bevolkte gebieden komen, en er keuze zal zijn om ook eens ergens anders te eten. Daarnaast zal er dan om het kamp niet alleen maar lege woestijn te zien zijn, maar een dorpje of een stadje waar je eens op je gemak kan rondkijken.
Contact (net geklaagd over gebrek aan contact met ‘couleur locale’, het echte Afrika gevoel, wordt op mijn wenken bediend, stroom valt in hotel en wijde omgeving uit, zit nu in het pikkedonker met mijn mijnwerkerslamp op te tikken) met bevolking misschien wat minder, maar contact met landschap des te meer. Het is echt fantastisch om op je fietsje door de woestijnlandschappen heen de suizen, of zelfs berg op te kreunen en steunen. Alles is echt mooier vanaf de fiets. Zelfs als je kont zeer doet, en de knieën stijf zijn.
Gisterochtend trouwens ook voldoende contact gehad met de locale bevolking. We kwamen na vijf dagen woestijn voor het eerst weer in de bewoonde wereld. Het groene vruchtbare Nijldal is geloof ik vier keer zo dicht bevolkt als Nederland. Een golf van enthousiasme begeleidde ons toen we eenmaal door de dorpjes en stadjes fietsten. Overal schreeuwende en juichende kinderen. We moesten aan een stuk door terugzwaaien. Overal ‘Hello’, ‘Welcome’ en ‘What is your name’, maar ook ‘Money, money’. Kleine ventjes waren nog wel eens vervelend. Gwen kreeg een handvol bladeren en zand in haar gezicht gegooid, gelukkig had ze haar zonnebril op. Een met volle kracht gegooide steen miste me maar op en halve meter. Heerlijk, contact met de lokalen.
Met een beetje geluk kunnen we in Aswan nog wat schrijven. Anders wordt het Dongola in Soedan, vanaf vandaag over een dag of tien. (Hans)

1 opmerking:

paul zei

Beste Hans,
Alles goed en vrolijk, maar, ik citeer: "Gwen kreeg een handvol bladeren en zand in haar gezicht gegooid, gelukkig had ze haar zonnebril op" (einde citaat).
Dat gaat mij een beetje te ver.
Wel weer Gwen graag over een tijdje heel inleveren, please.
Paul