vrijdag 4 januari 2008

Vroeger

De onrustige nachten rijgen zich aaneen. Het valt moeilijk meer aan de Lariam te wijten, het einde van de proefperiode ligt al meer dan een week achter ons. Één van de nachten bedacht ik een verhandeling over het fenomeen verre reizen door de eeuwen heen te schrijven. Sterker nog, ik had het al bijna geschreven, in mijn hoofd. Eenmaal overdag leek het me toch beter dat jullie, en mezelf, te besparen.

Maar een paar opmerkingen wil ik toch wel maken. Toen ik ooit als adolescent mijn eerste verre reis maakte had ik welgeteld één apparaat bij me. Een zaklantaarn. Zelfs een camera vond ik al teveel. Wat de moeite waard was om te onthouden zou zich onuitwisbaar in mijn hoofd vastzetten. Daarvoor was geen foto achteraf nodig. Na onze laatste vakantie van drie weken moest ik kiezen uit ruim 1000 digitale foto’s. De tijden zijn veranderd.

Een lijst van de elektrische apparaten die we nu gaan meenemen:
• 1 Laptop
• 2 MP3 spelers
• 2 compact camera’s
• 1 spiegelreflex camera met 2 lenzen
• een stuk of 4 USB sticks
• 4 fietscomputers (2 reserves voor je weet maar nooit)
• 2 hartslagmeters
• 2 GSM’s
• 2 mijnwerker lampen voor op je hoofd. Bij die van mij hebben de LED’s vier mogelijke standen, en drie mogelijke kleuren. Bv rood voor als je ’s nachts op jacht zou willen.
• 6 verschillende (batterij)opladers
• 1 scheerapparaat. Nooit eerder gehad, maar vanwege het mogelijke watergebrek onderweg overgestapt. Je wilt toch een beetje netjes voor de dag komen.

Als ik alles samen zie, met de bijbehorende snoeren, verbeeld ik me dat een gemiddelde wereldtournee van Pink Floyd in de jaren 70 minder apparatuur bij zich had. Maar misschien is dat een beetje overdreven.
De techniek gaat een steeds grotere rol spelen. Dat maakt het helemaal weg zijn, het helemaal ergens anders zijn, steeds moeilijker. Door alle communicatiemiddelen ben je weg, maar toch ook nog steeds ‘hier’.
Halverwege de jaren negentig, nauwelijks tien jaar geleden, werkte ik als reisleider zo’n vier maanden per jaar in Indonesië. Het contact met het thuisfront verliep via een algemene brief die ik na anderhalve maand naar familie en vrienden stuurde. Nog eens anderhalve maand later had ik dan via een poste restante adres antwoord. Mijn ouders en mijn vriendin belde ik af en toe. Maar een beetje bijpraten kostte al gauw twee reisleider daglonen, dus dat gebeurde niet al te vaak.
Nog weer 10 jaar ervoor was ik in Zuid-Amerika. In vier maanden zag ik welgeteld één krantenbericht over Nederland. Het land had te kampen met extreme kou en sneeuwval, de politie patrouilleerde alleen nog maar op schaatsen en ski’s(!) zo las ik.
Twee jaar geleden maakten we een boottocht in Cambodja. De helft van de passagiers bestond uit collega-toeristen, de meesten van het backpackers type. In het begin was het spannend of we een naderende windhoos zouden ontlopen, iedereen was volop in gesprek met elkaar. Maar toen de rust wederkeerde trok men zich snel terug bij de MP3 speler, ondertussen SMS-jes versturend of lezend. Of er werd gebeld met ‘Mom’ thuis (Yes, I’am on the boat now, you should have seen the black sky a few minutes ago. I just mailed you the photo’)
Vroeger, ja vroeger, toen was alles anders. Elke medereiziger was een potentiële bron van vitale informatie. Alles moest je eruit peuren. Er waren geen tientallen weblogs van mensen die ook dezelfde trip aan het maken waren. Meestal waren er geen medereizigers, en probeerde je ondanks de taalbarrière een conversatie met de lokale mensen te onderhouden. Altijd interessant, en misschien dat zij je op de één of andere manier konden duidelijk maken waar de bus naar hoe-heette-die-stad-ook-al-weer zou vertrekken.
Een mooie tijd was dat, vroeger. Zucht.
Oké, genoeg ‘opa vertelt’ voor vandaag.
Bovendien denk ik dat, zonder enige twijfel, de Tour d’Afrique meer dan genoeg avontuur en er helemaal uit zal opleveren. We zullen niet al SMS-end op de fiets zitten

Of we nog gefietst hebben? Bij een gevoelstemperatuur van -10? Over ruim een week hebben we in Egypte een onbewolkte hemel, 20 graden, en wind mee. We zouden wel gek zijn om nu op de fiets te stappen. (Heel eerlijk: Gwen heeft wel gefietst, ik ben degene die er vanaf heeft gezien.)
Maar van het weekend moet het er toch nog even van komen, een laatste testrit met de net nieuw binnengekomen apparatuur. Verder geven we ons helemaal over aan de laatste-dagen-hebben-we-alles-wel-pak-stress.(Hans)

2 opmerkingen:

Anoniem zei

wat saai zeg moet nooit meer op internet komen!! bleuhh/~! (--_--)

Janneke zei

Lariam kan overigens fikse bijwerkingen hebben hoor, ondanks dat je het misschien al een tijdje slikt. Depressies en vervolgingswaan en allerlei akelige dingen kun je er van krijgen...