zondag 29 mei 2011

Een leuke dag

Het was mijn laatste dag in Servië, het land waar het fietsen zeer aangenaam was geweest. Als uitsmijter kreeg ik een extra leuke laatste dag.
Het begon al in het hotel. Ik ging steeds met de lift omhoog naar mijn kamer omdat bij de receptie de trap met een koord was afgesloten. Naar beneden vanaf mij kamer kon ik één verdieping, dan kwam ik een soortgelijk koord tegen. Bij mijn vertrek zag ik een kamermeisje, en ik vroeg wat er nu toch aan de hand was met de trap. 'Technical problems' legde ze me uit. Tijdens wat saaiere fietskilometers breek ik er mijn hoofd nog wel eens over wat dat zou kunnen zijn, een trap met 'technical problems'.

ONTMOETING ÉÉN

Geredde schildpad één en twee

Na een uurtje fietsen zag ik een volwassen schildpad langs de kant van de weg zitten. Een paar dagen eerder had ik een kleintje al van een wisse dood gered. Die was bezig de weg in de lengterichting te volgen. Wel zo'n beetje in het midden van de rechterrijstrook, dus waarschijnlijk was hij al een behoorlijk aantal keren door een auto ingehaald. Maar vroeger of later zou het zijn misgelopen. De grote die ik nu zag zat te denken over netjes haaks oversteken. Elke keer als er een auto langsraasde stak hij zijn kop snel in zijn schild, om daarna weer te kijken of het nu wel veilig was. Het leek mij een tamelijk kansloze onderneming. Ik heb hem net zolang gepest met mijn fotocamera totdat hij rechtsomkeer maakte, zucht, steun, weer de struiken in.
Behalve twee schildpadden heb ik onderweg ook al vele slakken het leven gered. Een optimistische levenshouding is een groot goed, maar er moet ook enig contact met de realiteit zijn. Bij overstekende slakken is het evenwicht zoek. Als ze eventjes om zich heen kijken weten ze hoe mis het kan gaan. Ik zet ze onverbiddelijk terug in het gras, een flink stuk van de weg.
Over aangereden dieren gesproken, sinds Servië wordt alles tot en met honden niet meer opgeruimd. Dat levert af en toe echte horror beelden op.

ONTMOETING TWEE
Terug naar mijn leuke dag.
De route ging een tijdlang vlak langs de Donau over een niet verharde weg waaraan allemaal tweede huisjes lagen. Ik was al vaak vriendelijk gegroet toen iemand mij toeriep 'Bist du Deutsch'. Nou nee, dat niet, maar ik spreek het wel een beetje. Dan was ik uitgenodigd om mee naar zijn huisje te gaan om wat te drinken. Verstandig als ik ben sloeg ik een biertje af, het was half elf 's ochtends en ik had nog bijna een hele dag fietsen voor de boeg. Maar een zelf gedestilleerde slivovich kon ik natuurlijk niet weigeren. Volgens de maker was hij minstens 60%. Dat wilde ik best geloven. Met een heerlijk rustgevend uitzicht op de Donau bespraken we van alles en nog wat.

's Ochtends half elf


Hoe hij zijn huisje had gebouwd. Hij had 75 liter wijn met dezelfde hoeveelheid water gemixt, de precieze Servische naam voor het spul is me ontschoten, en vrienden en familie voor een weekend uitgenodigd. Na het weekend was alle drank op, maar de fundering lag er. Weliswaar niet overal even waterpas, maar dat kon later gecorrigeerd worden.
Hij werkte in Duitsland. In Servië kon je van 300 Euro per maand leven, zijn aanstaande Duitse pensioen voorzag daar ruim in.
We bespraken de politiek. Onder Tito werd er altijd voor je gezorgd als je ziek was, dat was nu wel anders. Maar de werkmoraal was laag, je kreeg je geld toch wel. Vreemd dat je nu veel harder moet werken, terwijl er juist minder voor je gezorgd wordt. Waar bleef al dat geld?
Tot slot kwamen de Amerikanen aan de orde, in Servië niet heel populair sinds de jaren 90. Die waren niet te vertrouwen, neem nu 11 september. Je kon toch duidelijk zien dat de ontploffingen waardoor de gebouwen instorten veel lager waren dan waar de vliegtuigen naar binnen waren gevlogen. Hoe kon dat? Ik nam het maar op voor de Amerikanen. Na een klein uurtje namen we allerhartelijkst afscheid.

Misschien iets teveel slivovitch


ONTMOETING DRIE
De volgende ontmoeting was bij een restaurantje waar ik eten wilde bestellen. Een jongeman bood me in vloeiend Engels assistentie aan. Het bleek dat hij sinds drie jaar in Den Haag werkte voor een internationale organisatie die de afschaffing van chemische wapens wil bewerkstelligen. Ik zei enthousiast 'dus je spreekt al een beetje Nederlands'. Hij keek een beetje schuldig, dacht hard na, en antwoordde daarna 'Nein'. Ik lachte hem hartelijk uit. De Amerikanen kwamen alweer aan de orde. Op mijn vraag of zij nog chemische wapens hebben antwoordde hij 'dat zeg ik niet, dan word ik ontslagen'.

ONTMOETING VIER
Net voor de Bulgaarse grens wilde ik mijn laatste Servische dinars omzetten in zakken chips, snickers en meer van dat soort voor een fietser essentiele zaken. Een allercharmantst winkelmeisje stelde in grappig gebroken Engels belangstellende vragen. Ze keek me zo opgetogen aan dat ik er verlegen van werd. Als een soort inspecteur Clouseau stootte ik bijna het rek met chips omver. Buiten werd ik uitgezwaaid.
Voor toekomstige Donau of Istanbul fietsers nog een advies. Ik hield nog 1000 Dinar over, een Euro of 10. Ik dacht dat wissel ik in Bulgarije wel. Nou, met dinars wilden ze niets van doen hebben. Maak alles op voordat je Servië verlaat.

ONTMOETING VIJF
De Servische douane informeerde, ditmaal weer in het Duits, hoe ik toch hier op de fiets was geraakt. Ik deed een poging tot humor toen er naar een eindoordeel over mijn tocht werd gevraagd. 'Schrecklich, niemals wieder auf das Fahrrad'. (Das had dem moeten zijn zie ik via Google, nou ja). Poging geslaagd, de douanier bleef maar grinniken.

NAAR BULGARIJE
De grensovergang naar Bulgarije betekende de terugkomst in de EU. De Bulgaren waren er erg trots op, overal zag ik de vlag van de EU naast die van Bulgarije. De eerste indruk van Bulgarije deed me echter meer denken aan Centraal-Azië, de voormalige Sovjet-Unie, dan aan de EU. Op hele brede straten was geen auto te bekennen, in de verte alleen een paard en wagen. Overal totaal vervallen, ingestorte fabrieken. De weg naar de eerste stad, Vidin, eindigde abrupt op een half afgebouwde brug. Na lang zoeken en lokale hulp vond ik een geimproviseerde zandweg langs en over een spoorlijn. Vidin zelf begon met een grote armoedige flatwijk. Zelfs de 'stare grad', de oude stad, bestond vooral uit verveloze flats. (Eerste indrukken moeten natuurlijk altijd bijgesteld worden, zie de komende bijdrage.)
De stad had 's avonds een verrassing in petto. Het grote plein stroomde opeens vol met mensen. Alle jongeren van een jaar of 16-18 zagen er op hun paasbest uit. De grote attractie leek te zijn dat je met de knapste meisjes op de foto mocht. Het bleek een soort openlucht 'prom' te zijn, de viering van het afgesloten eindexamen.

Ja, al met al was het een hele leuke dag. Misschien wel de leukste dag van de hele tocht. Behalve alle dagen met Gwen natuurlijk.

MLADIC
In de twee maanden dat ik weg ben worden zo'n beetje alle grote boeven gepakt.
Ik had zelf ook opgelet of ik Mladic misschien ergens zag. Bij de Servische grens hing een opsporingsbevel. Ik heb het niet helemaal goed bekeken, maar ik dacht met dezelfde beloning als voor Bin Laden, 25 miljoen. Alleen geen dollars maar Servische dinars, daarvan gaan er 100 in een Euro. Maar 250.000 Euro blijft de moeite waard. Een rekensom leert dat 1 Osama Bin Laden ongeveer 60 Mladic-en waard is. Dat lijkt mij niet helemaal fair. (Ook trouwens opvallend, hoeveel kracht iemand kan verliezen in 15 jaar.)
Nu nog het illustere Amerikaanse trio, Bush, Cheney en Rumsfeld. Ik geef toe van iets andere orde dan Mladic en OB Laden, maar ze hebben genoeg internationale rechtsregels geschonden voor een meer dan interessant proces in Den Haag. Dat worden dure advocaten.
Mladic gepakt, dan mag Servië binnen niet al te lange tijd bij de EU. Gezellig! Kroatië komt er dan ook bij, dan kunnen ze al hun grenzen weer opheffen. Soort van Joegoslavië zeg maar.

Ik zit ondertussen halverwege Bulgarije, Veliko Tarnovo. Vandaag een rustdag, morgen de hoogste pas van de hele tocht. Daarna bergafwaarts richting Turkije en Istanbul.

Geen opmerkingen: